NDR


Hoofdmenu
Archief:

Home

Nieuws

Organisatie

Bibliotheek

Fototheek

Videotheek

Museum

Geschiedenis >

Joop Schoonderwoerd


Overleden
Op 8 april 2011 overleed plotseling Joop Schoonderwoerd op 91-jarige leeftijd. Gezien zijn goede gezondheid toch nog onverwacht. Hij was een van de grote fokkers van na de oorlog, maar ook handelsman, ondernemer, publiekstrekker, drafsportfanaat en luis in de pels van vele besturen. We blikken op hem terug met twee artikelen uit het boek "Dravend door de tijd", het Jubileumboek van de Fokkersvereniging.


Joop Schoonderwoerd in Groningen,
toen hij al ver over de tachtig jaar oud was.
Wat staat er toch op dat horloge?


De Fortuna-Hoeve(s)
Artikel 1 uit
"Dravend door de tijd"
J.A. Schoonderwoerd van de Fortuna-Hoeve te Pesse
Een overzicht van zijn drafsport-activiteiten

Joop Schoonderwoerd, op 8 november 1919 te Oudewater geboren, begon als slagersknecht in het Utrechtse De Bilt, waar hij zich zou opwerken tot directeur van een importfirma van voorverpakt diepvriesvlees. Op 22-jarige leeftijd werd hij door zijn halfbroer voor het eerst mee naar de koers op Mereveld genomen en een jaar later kochten ze al hun eerste draver. In 1946 was hij ook enige tijd eigenaar van een Volbloed, Aquavit.
Zijn paard Trabant won in 1954 de Jonkerprijs en de Productendraverij. Hij heeft vele succesvolle dravers in zijn bezit gehad, met als bekendste waarschijnlijk Carlos Pluto, die tweemaal met Appie Siderius de Gouden Zweep won, en zijn Franse import Double Six M, die driemaal achter elkaar het Kampioenschap van Nederland zou winnen, getraind door Nico Bloemsaat, die helaas op jonge leeftijd zou verongelukken. Double Six M zou leidend vaderpaard worden. Zeer veel dekhengsten zouden nadien door Schoonderwoerd ingevoerd worden, te weten de Prix d'Amerique-winnaar Scotch Fez (1960), met P.D.Dijkhuis samen Mr Way (1963, later voor fl 100.000 doorverkocht aan W.K.E. Takens), Royal Hanover (1965), Florisam (1967) en Duke of Lullwater (in 1968 voor $ 1800; de dollar was toen f 3.60 waard), met B. de Vries samen Bedevil (1968), met A.H.L. Spoelder samen Loring Hanover (1969). Daarna volgden in 1971 Mucho Pride ($ 3000) en Pepitone Hanover($ 11.000), in 1972 Gallant Prince, in 1973 Fairmont Hanover, in 1977 Porterhouse en The Black Douglas, in 1978 Armbro Oxford en in 1987 Classical Pride. Volgens eigen zeggen was Loring Hanover het enige paard, waar hij echt aan gehecht is geweest. Tot aan zijn dood bleef de hengst bij Schoonderwoerd als rijpaard voor zijn dochter.
Bij de aankoop van Bedevil was hij ook vergezeld van zijn zoon Toine, die vanaf dat moment begonnen is met zijn import van sulkys uit Amerika. De aankoop van Porterhouse gaf nog aanleiding tot een conflict met de NDR, omdat Schoonderwoerd het verplichte sperma-onderzoek weigerde, aangezien de hengst in Amerika al enige jaren succesvol ter dekking had gestaan.
De grote activiteiten op het gebied van de draverfokkerij begonnen in het begin van 1970 met de aankoop van een boerderij met 13 ha land voor f 195.000 in het Drentse Pesse, waarop de stoeterij Fortuna-hoeve gevestigd werd. Daarvoor was het een boerenbedrijf, in eigendom van een melkhandelaar. Naast fokstal werd het tevens dekstation, eerst onder leiding van de trainer-pikeur Appie Siderius, later Hennie Streng. Aanvankelijk had de boerderij 15 boxen, maar er werd al spoedig een stal met 30 boxen bijgebouwd. Ook werd een trainingsbaan van 900 meter aangelegd.
Carlos Pluto en Loring Hanover waren de eerste hengsten, die er ter dekking gesteld werden. Het aantal veulens zou uitgroeien tot 25 à 30 per jaar. De jonge paarden werden geweid in de polder bij Eemnes, waar Schoonderwoerd 10 ha weiland had. Velen stamden af van door Schoonderwoerd ingevoerde Amerikaanse merries, in totaal haalde hij met de hengsten er bij wel 40 dravers uit Amerika.
In de jaren 1973 tot en met 1982 werden in totaal ruim 210 Fortuna-produkten geregistreerd, vanaf 1975 ook vele in combinatie met andere fokkers. Tegen het eind van de 70-er jaren werden zo'n 300 merries per jaar op Fortuna-hoeve gedekt.
Al vanaf 1971 organiseerde Schoonderwoerd jaarlijks een veiling, aanvankelijk op de baan in Hilversum, vanaf 1975 op de Fortuna-hoeve welke zouden uitgroeien tot een jaarlijks hoogtepunt voor de Nederlandse draverfokkerij.

Omstreeks 1977 kwam er voor f 425.000 nog een tweede Fortuna-hoeve bij in het Noordbrabantse Vortum-Mullem, een boerderij met 10 hectare land, welke beheerd werd door de latere schoonzoon Jan Wolters. De derde Fortuna-hoeve en ook enige tijd dekstation was de boerderij van zoon Toine Schoonderwoerd te De Bilt.
Joop Schoonderwoerd zag in het begin van de jaren tachtig het economische tij voor de drafsport keren. Hij had de drafsport en de draverfokkerij altijd als een economische aangelegenheid beschouwd met als drijfveer er aan te verdienen. Hij voelde aan dat dat in de toekomst niet meer mogelijk was in Nederland en op 18 oktober 1982 besloot hij tot algehele verkoop van zijn paarden: 45 fokmerries, 33 jaarlingen en 26 veulens, met als laatste het veulen Zum Ende Fortuna, het 228ste Fortuna-fokprodukt. Zowel onder de kopers als onder de plokgeld-jagers werd als attractie een dikbilkoe verloot.
Beide Fortuna-hoeve's werden verkocht, het eerst die te Vortum-Mullem, nadat die nog enige tijd verhuurd geweest was aan de trainer Jacky de Jong. Het bedrijf te Pesse fungeerde nog enige jaren als dekstation en veilinglocatie. In 1983 stonden daar op het station de hengsten Pepitone Hanover, Spearmint en Star Performer. De beide laatste hengsten had hij gekocht op de liquidatie-verkoping van Star Farm te Boyl, samen met de dekhengst Surge Hanover, welke naar België werd doorverkocht. De oude Star Performer zou echter begin juni 1983 aan een hartverlamming sterven. Schoonderwoerd had nog drie andere draverdekhengsten, waarvan Armbro Oxford en Gallant Prince ter dekking stonden bij zijn zoon Toine in De Bilt en The Black Douglas bij P.Veldman te 't Veld. Begin 1986 werd de Fortuna-hoeve te Pesse verkocht aan Peter Rinkes, die in springpaarden deed. Vortum-Mullem was al vijf jaar eerder van de hand gedaan.
De hengst Worthy Dean, welke hij nog had, werd verhuurd. Samen met anderen had hij nog enkele koerspaarden, w.o. Zeus Boekelte. Later zou hij samen met John van Exter onder de stalnaam Obelix nog enkele paarden in koersen laten uitkomen, o.a. Geluk Uithuizen. In 1982 had hij ook alle paarden van stoeterij du Bois, 70 stuks, overgenomen en voor zijn rekening geveild. Op dat moment bezat hij ook nog zijn eigen 140 paarden, dus in totaal 210 stuks!
Schoonderwoerd was ook actief in het verenigingsleven en heeft gezeten in het bestuur van de Utrechtse Paardesport Vereniging (Mereveld) en in dat van de P.V. Hilversum.

Einde artikel 1.

Lily the Great, de eerste fokmerrie van Joop Schoonderwoerd,
die hier met zijn echtgenote poseert achter pikeur
Nico Bloemsaat. Rechts staat mede-eigenaar Rinus van Stijn.


Huldiging van Torpedo Fortuna en Jan van Dooyweerd na de
winst in de Sweepstakes. Links Joop Schoonderwoerd
en zijn echtgenote.



Fortuinlijk met Fortuna
Artkel 2 uit het Jubileumboek van de Fokkersvereniging
"Dravend door de tijd"
Interview met Joop Schoonderwoerd
door Douwe Frerichs


Eerst werden er 'strikte afspraken' gemaakt. We wilden immers tijdens het interview alle aandacht op de fokkerij richten. Meningsverschillen, conflicten, rechtszaken en allerhande akkefietjes, die Joop Schoonderwoerd door de jaren heen uitknokte met de diverse beleidsmakers uit de vaderlandse draf- en rensport, zouden buiten beschouwing worden gelaten. Grinnikend, maar onder protest accepteerde Schoonderwoerd de stringente voorwaarden. Uiteindelijk kwamen we er toch niet onderuit; Open brieven aan bestuurders, korte gedingen, promotieacties waar karbonades, bonbons, ja zelfs splinternieuwe Mercedessen werden verloot. Ideeën over vrij-entree, het twee procentenplan en de presentatie ervan, het sponsorfonds en wat allemaal nog meer. "Men kan veel over me zeggen, maar nooit dat het saai is geweest." Een gesprek met Joop Schoonderwoerd, de grote man achter de Fortuna Hoeve.

"Eigenlijk begrijp ik niet waarom ik zo vaak tegenwerking heb gehad. Het zit in mijn aard om te reageren als ik het ergens mee oneens ben. Ik heb altijd eerlijk gehandeld en probeerde mijn gelijk te halen. Ik heb het nooit op de persoon gespeeld. En wat mijn randactiviteiten betreft, ik heb tot het laatst toe de intentie gehad om de drafsport te promoten. Ik ben geen makkelijk persoon, maar ben altijd de dingen nagekomen die ik toezegde", vat Schoonderwoerd de gebeurtenissen samen. Hij zegt geen spijt te hebben van het feit dat hij ooit zijn intrede in het roerige wereldje dat drafsport heet, heeft gedaan. "Ik heb altijd veel plezier beleefd, maar ook frustratie", bekent hij en voegt er niet zonder trots aan toe dat de hobby hem uiteindelijk geen geld heeft gekost. "En dat terwijl ik door de jaren heen waarschijnlijk meer dan duizend paarden op mijn naam heb gehad!"
We duiken terug in de tijd, terug naar de eerste ontmoeting tussen de toenmalige arme sla-gersknecht Joop Schoonderwoerd en de dravers. Wat in 1943 begon met het gezamenlijk bezit van een draver, groeide uit tot een internationaal fokbedrijf, met de succesvolste en spectaculairste veilingen in de geschiedenis van de Nederlandse sport.
Met eigen handen en een gezonde portie lef werkte hij zich van een eenvoudige knecht op tot de succesvolle eigenaar van een internationaal opererend miljoenenbedrijf. Vanzelfsprekend heeft de nu 76-jarige Schoonderwoerd zich uit de zaak teruggetrokken, wat niet wegneemt dat hij er nog steeds vaak te vinden is. Het directeurschap van de vleesfabriek is overgedragen aan zijn zoon Toine, die ook op bescheiden schaal verder is gegaan met dravers. Niet zonder succes, lowa Fortuna en Kentucky Fortuna zijn klassedravers.

In een luxueuze hotelflat te Zeist, waar de receptioniste ons vriendelijk de weg wijst naar het riante appartement van de heer Schoonderwoerd, steekt de kleurrijke paardeman van wal. "De vader van trainer Hennie Streng heeft mij m contact met de sport gebracht. Hij haalde me ooit eens over om een
aandeel in de helft van een paard te nemen. Ik had eigenlijk direct spijt vanwege de hoge kosten. Later ben ik naar Mereveld gegaan om te kijken hoe het paard het er vanaf bracht. Dat was mijn debuut op de koersbaan. De ruin, Dorian, die bij Willem Leeuwenkamp in Nederhorst den Berg in training stond, won de eerste keer dat hij voor ons uitkwam. Dat was natuurlijk prachtig, want ik denk dat ik anders meteen weer was afgehaakt. Het was een veel te dure hobby voor een knecht. Vervolgens is alles in beweging gekomen. Ik raakte bekend met het wereldje en besmet met het welbekende paardenvirus. Daarnaast kon ik mij snel opwerken in het slagers-bedrijf. Ik opende in 1945 mijn eerste slagerij in De Bilt en kan zeggen dat ik vooral in de beginperiode vrij gelukkig ben geweest met mijn paarden. Bijna alles lukte."


Schoonderwoerd in zijn element tijdens een van zijn veilingen.
De man met de hamer is afslager Polly Kamphuis. Links de notaris.


Advertentie voor het Zwitserlevengevoel
Joop Schoonderwoerd ten voeten uit.


Double Six M
Schoonderwoerds eerste fokprodukt in een hele lange reeks zag in 1950 het levenslicht. Het betrof Rinijo, een zoon van de merrie Lily the Great. De naam is samengesteld uit de eerste twee letters van zijn eigen naam en die van zijn drafcompagnons Rinus van Stijn en trainer Nico Bloemsaat. Zaken kwamen in een stroomversnelling. "Ik was bevriend met de trainer Nico Bloemsaat en met hem heb ik veel paarden samen gehad." De bekendste is Double Six M, die Schoonderwoerd halverwege de vijftiger jaren zelf in Frankrijk ophaalde. Op dat moment had de slager inmiddels vier goedlopende zaken in bezit en een gezin met drie dochters en een zoon. Gezeten aan de eettafel van zijn woning toont Schoonderwoerd een met de naam Double Six M gegraveerd gouden horloge, dat hij al veertig jaar om zijn pols heeft. Hij herinnert het zich allemaal nog exact, "Op een publieke verkoping in Joinville werd Dom L geveild. Dat was een bekende kampioen in die periode. Ik was geïnteresseerd, maar kon de hengst niet krijgen. De befaamde Charlie Mills kocht hem van eigenaar Duvetel. Laatstgenoemde was ook eigenaar van Double Six M die hij zelf trainde. Ik had het paard een keer in Zweden zien lopen en hij imponeerde me zeer. In Frankrijk heb ik geïnformeerd of Double Six M niet ook te koop was, maar daar wilde zijn eigenaar niets van weten. Twee maanden later rinkelde de telefoon bij mij thuis. Ik kreeg de tip dat Double Six M te koop was. Ik zei dat het onmogelijk het geval kon zijn, maar de tipgever bleef aandringen en zei dat er nu wel zaken gedaan konden worden. Ik heb direct het eerste het beste vliegtuig naar Parijs gepakt en ben doorgereisd naar trainer Vercruysse. Samen zijn we naar Duvetel gegaan, die zat in een armzalig stalletje op een baantje even buiten Parijs. Het was winter en in een erg koud huisje bij een smeulend potkacheltje hebben we zaken gedaan. Ik kocht Double Six M samen met Nico Bloemsaat voor 15 mille, met als bepaling in het koopcontract dat we hem het winterseizoen bij de eigenaartrainer zouden laten staan en door Vercruysse laten rijden. Die voorwaarde pakte voor ons voordelig uit. Binnen een maand had de hengst al 29 mille voor ons terugverdiend. Uiteindelijk hebben we hem naar Nederland laten overbrengen. Onderweg zou hij nog lopen in de Grand Prix d'Hiver in Sterrebeek, dat was toen helemaal een koers van allure. Double Six M vertrok vanwege zijn Franse verrichtingen als groot favoriet, maar de trainer was terughoudend over de kansen. 'Ik weet het niet' zei hij van tevoren terwijl de hengst in topvorm was. Prompt werd Double Six M geklopt, dat was de enige keer dat ik het gevoel heb gehad, dat er iets niet in de haak was", aldus Schoonderwoerd. Hij voegt eraan toe dat Double Six M het paard was, waarmee hijzelf als amateur zijn enige koers heeft gewonnen. "Daarna ben ik er direct mee opgehouden, want dat was niet aan mij besteed. Ik kon er niet al te veel van", zegt hij met een brede grijns.

Double Six M bloeide in Nederland op tot een grote vedette. Hij stond bij Bloemsaat in training. Deze jonge trainer kwam enkele jaren later om het leven, nadat hij achter het stuur van zijn auto in slaap was gevallen. Hij belandde onder een vrachtwagen en was op slag dood. "Een regelrechte ramp, zeer tragisch. Ik heb in overleg met zijn zuster en broer besloten om Double Six M op Mereveld publiek te verkopen en de opbrengst te delen. Ik had wel als voorwaarde gesteld dat ik de mogelijkheid kreeg de hengst voor het hoogst uitgebrachte bod te kopen. Voor 30 mille werd hij afgeslagen en ik besloot hem voor dat geld te kopen. Hij werd mijn eigendom." Double Six M groeide uit tot een legendarische vedette die drie keer het Kampioenschap van Nederland won. Schoonderwoerd: "Na het beëindigen van zijn actieve koerscarrière heb ik hem nog voor 30.000 gulden aan de heer Takens verkocht, die stationeerde hem als dekhengst en heeft nog leuk zaken met hem gedaan. Vooral nadat hij in zijn tweede jaargang, de Y, met Ybe van Papenhof een aansprekende kampioen afleverde. Dat was in 1960. Van dat paard was ik mede-fokker. Ik had hem samen met de heren Strik en Verheul."

Handel
Het duurde niet lang dat Schoonderwoerd in de gaten kreeg dat het exploiteren van een buitenlandse dekhengst een lucratieve handel kon zijn. "Vooral in die periode was het erg aantrekkelijk. De NDR hanteerde een strikt systeem met A- B- en C-hengsten. Er waren in de drie klassen vaste bedragen voor het dek- en veulengeld. Marchanderen was niet nodig, ook al kwamen sommige klanten met meer merries. We hanteerden vaste prijzen en de NDR zorgde er voor dat iedereen stipt betaalde. De mogelijke dreiging van een publikatie op de beruchte lijst van onbetaalde gelden was een perfect dwangmiddel. Niemand wilde op die wijze publiekelijk aan de schandpaal worden genageld", zegt hij. Schoonderwoerds aandacht was gevallen op Scotch Fez, die in die periode al gedekt had in Scandinavië. "Ik kon deze oud-Prix d'Amerique-winnaar voor een leuk prijsje naar Nederland halen. Het bleek goede business. Kort daarna stak de Biltenaar de nek opnieuw uit. Hij reisde met Amerika-kenner Buddy de Vries naar de sales in Harrisburg. Daar legde hij beslag op Mr Way, die toen pas drie jaar oud was. "We waren de enige Nederlanders op die verkoping. Mr Way was een volle broer van het toenmalig fenomeen Speedster. Om de deal te kunnen betalen moest ik 20.000 dollar lenen, verschrikkelijk veel geld vanwege de toenmalige wisselkoers, een dollar was drie en halve gulden waard. De transactie werd hier gezien als een spectaculaire aankoop voor de vaderlandse fokkerij. Het paardenboekje besteedde er veel aandacht aan. Men dacht toen nog dat een broer van een crack ook cracks zou produceren. Mr Way zat direct volgeboekt en heeft veel gedekt, maar stelde in de daaropvolgende jaren teleur. Het was nog een geluk dat zich onder zijn eerste nakomelingen de Derby-winnaar Gallant Way bevond, anders was hij eerder door de mand gevallen. Ik heb hem uiteindelijk aan de heer Takens verkocht. Later heb ik ook de Florican-zoon Florisam naar Nederland gehaald en vrij snel doorverkocht, maar die deed als dekhengst ook niet veel", bekent hij. "Ach, niet alles lukte. Na de periode met Double Six M dacht ik dat ik het helemaal wist. Ik heb in Frankrijk veel geld betaald voor Gao B, die had het Criterium der 4-jarigen gewonnen. Hij moest hier de top versterken, maar stelde enorm teleur. Dat heeft me veel geld gekost."
Maar als importeur van dekhengsten ging het Joop Schoonderwoerd zonder meer voor de wind. Zo haalde hij met de heer Dijkhuis samen Duke of Lullwater naar de lage landen. Ook die deal was een doorslaand succes. "Ik heb een waslijst met dekhengsten naar Nederland gehaald. Te veel om op te noemen."
Dat Joop Schoonderwoerd een neus voor harddravers had, werd ook duidelijk met de aankoop van Carlos Pluto. Ook deze legendarische vedette was zijn bezit. "Pure mazzel, Carlos Pluto heb ik destijds in Hilversum als jaarling gekocht. Hij groeide uit tot een crack. Van hem heb ik later de helft verkocht aan de heer Houben, voor 25 duizend gulden en dat was toen heel veel geld." Uiteindelijk won Carlos Pluto tweemaal de Gouden Zweep.
In de zestiger jaren groeide zijn bedrijf Schoonderwoerd-vlees uit zijn jas. Schoonderwoerd importeerde grote hoeveelheden lamsvlees uit Nieuw Zeeland en rundvlees uit Argentinië. Op de koersbaan werd Schoonderwoerd een bekende persoonlijkheid. Hij belandde onder andere in het bestuur van Mereveld en dat van Drafcentrum Hilversum, maar stapte met ruzie op.
De eerste stap in de richting van de Fortuna-periode werd gezet na een avondje koersen in Wolvega, waar iemand Schoonderwoerd op de hoogte bracht van het feit dat er in het Drentse Pesse een oude boerderij met land te koop stond. "Dus ik reed op de terugweg even langs. Ik fokte in die tijd ook koeien en zag een boerderij wel zitten. Dus ik weer naar de bank voor een lening, de zoveelste. Ik kocht die boerderij en stalde er mijn dekhengsten en stelde Appie Siderius als bedrijfsleider aan". In Zweden was hem de naam Fortuna ooit ter ore gekomen. "Die vond ik leuk en vanaf dat moment noemde ik al mijn fokprodukten Fortuna, mooi herkenbaar. De eerste die ik fokte was Island Fortuna, maar die jaargang stelde niet veel voor. Ook de J en de K niet, maar bij de L begon het wat voor te stellen. Ik kocht steeds een paar Amerikaans gefokte merries, die waren best betaalbaar en ik liet ze niet alleen door mijn eigen hengsten dekken. Ik ging ook naar toonaangevende Amerikanen als Speedy Count en later Bonefish, Super Bowl en Speedy Crown. Ik verkocht de paarden aanvankelijk in het Nieuw-Statewapen in Hilversum, waar men de jaarlingen 's middags op de baan had kunnen bezichtigen. Ook de M-jaargang veilde ik in het bekende café, maar bij de N moest ik al uitwijken naar het stalterrein bij Geersen."
Het echte 'Fortuna-gevoel' kwam pas bij de R-jaargang, die in 1976 werd geveild. Paarden als de Speedy Count-zoon Rodney Fortuna waren blikvangers. Rodney werd met een prijs van 92.000 gulden het duurst verkochte jaarling aller tijden. Een record dat Wizard Fortuna (140.000) later verbeterde. In de voorafgaande jaren had Schoonderwoerd zijn merriebestand op peil gebracht met leuk Amerikaans bloed. Pesse werd het decor van de veilingen. Schoonderwoerd bleek een man met een groot gevoel voor PR en show. Basisregels bracht hij met succes in de praktijk en één daarvan was dat de klant koning was. Het moest sfeervol en gezellig zijn. "We zorgden op de veilingen altijd voor een grootse barbecue. Ik schakelde de hele familie in en omdat we alles zelf deden bleven de kosten binnen de perken. Voor tien mille at het hele dorp mee. Dat kwam goed uit, want zonder steun uit de regio red je het niet en met alleen kopers krijg je nooit sfeer op een veiling. We legden alle belangstellenden uitgebreid in de watten en dat was de formule voor het succes. Daarnaast kwamen er paarden in de ring met voor Nederlandse begrippen unieke bloedlijnen." Uiteindelijk groeide de Fortuna-veiling in Pesse uit tot een jaarlijks spektakel dat zijn weerga niet kende. Fokkers als Dijkhuis en Vink verkochten hun paarden ook via Pesse en Schoonderwoerd zette zijn jaarlingen in heel Europa af. Bij de S-jaargang was het in de breedte nog beter, met een gemiddelde opbrengst van 24 mille en toppers als Sergio-, Signora-, Speedy- en Solo Fortuna. Weer een jaar later kwam Torpedo Fortuna in de ring, een Speedy Crown-zoon. Schoonderwoerd, niet vies van een stunt en publiciteit had bij de U-jaargang Unicef Fortuna in de ring, hij maakte bekend om 10 procent van de opbrengst van dit paard naar het gelijknamige kinderfonds over te maken. Het feit dat Unicef werd aangekocht door de toenmalig dikste eigenaar van Nederland, Karel Woltman resulteerde in een foto op de voorpagina van de krant van wakker Nederland, want Woltman kreeg zijn gewicht in cognac. Het werden 144 flessen Hennessy. Dat was het absolute hoogtepunt in de Fortuna-periode. "Een geweldige periode", mijmert hij. Joop Schoonderwoerd spreekt gemakshalve over de Gouden Tijd, omdat het in de zeventiger jaren fiscaal aantrekkelijk was om de paarden privé te houden.
Een PR-adviseur heeft Joop Schoonderwoerd nooit in de arm genomen. "Ik kende toen PR-man John Veltman nog niet", deelt hij een compliment uit. "Maar om succes te hebben moet je een gezond boerenverstand hebben. Om op te vallen verzon ik steeds wat anders en zorgde ervoor dat de pers op de hoogte was."
Schoonderwoerd kon in die periode niet bevroeden dat Fortuna geen lang leven was beschoren. Zijn V- en W-jaargang waren nog sterk met de al genoemde Wizard Fortuna als onbetwiste topper. Deze merrie van Flying Lass werd voor 140 mille afgeslagen en dat was een record. Maar in 1982 hakte Joop de knoop door. Hij zag in dat het in de drafsport alleen maar minder zou kunnen gaan. Hij lag in die periode regelmatig in de clinch met de NDR en had niet veel vertrouwen in het beleid. Het resulteerde in een rigoreuze stap die in het voorjaar bij de aangifte van het veulen Zum Ende Fortuna al werd voorbereid. Schoonderwoerd gooide de handdoek en organiseerde een liquidatie-veiling. Niet omdat hij failliet was, maar om die fase een stapje voor te blijven. "Ik had op een bepaald moment meer dan tweehonderd paarden. Als het dan slecht gaat, gaat het snel slecht." Met de verkoop van Zum Ende Fortuna viel het doek in Pesse. "Dat was toch moeilijker als ik dacht. Je sluit toch een deel van je leven af. Maar ik zat rustig achter de tafel. Vooral financieel had ik geen zorgen. Ik had namelijk met iemand gewed om de eindopbrengst. Hij zei dat de paarden meer dan 1.1 miljoen zouden opbrengen. De afspraak was dat ik alles wat ze meer zouden opbrengen zou delen, maar alles minder zou hij voor de helft bijleggen. Uiteindelijk werd er voor bijna een miljoen aan paarden geveild. Ik kreeg de rest cash bijgepast", lacht hij. Op die bewuste veiling werd Zeppelin Fortuna met een prijskaartje van 70 mille nog het duurste veulen dat ooit in Nederland werd geveild. Op dezelfde verkoping waren ook de Friezen Eelke Kruis en Evert Gaastra van de partij. Zij hadden voor 4.000 gulden het laatste bod in de fokmerrie Miss Dartel, toen drachtig van Gallant Prince. Het veulen was Action Skoatter...
Joop Schoonderwoerd heeft zich pas in 1994 volledig uit de paarden teruggetrokken. Hij haalde na het afsluiten van de Fortuna-activiteiten nog wel eens een hengst naar onze contreien. De laatste in de reeks was Classical Pride. "En dat is nog de duurste die ik ooit kocht. Het paard was van het fenomeen Classical Way die op dezelfde veiling voor 600.000 dollar werd verkocht en wiens veulen en jaarling bedragen rond de 100.000 dollar opbracht." Van Classical Pride was onder meer Geluk Uithuizen, de laatste draver op naam van Joop Schoonderwoerd, die zich uiteindelijk uit onvrede over het beleid helemaal uit de sport terugtrok. Mede-ooorzaak was het twee-procenten-plan, dat Schoonderwoerd op onortodoxe wijze in Hilversum presenteerde.

"Ik ben de laatste jaren gedesillusioneerd door het beleid. Ik spande me nog wel eens in om nieuw publiek op de baan te krijgen. Organiseerde vrij-entree, richtte een sponsorfonds op, deed wat extra voor het publiek, benaderde sponsors en verlootte zelfs Mercedessen. Hoe meer ik ondernam, des te meer werd ik tegengewerkt. Dat frusteerde me zeer. Ook al heb je gelijk, je moet het eerst maar zien te krijgen. In het belang van mijn gezondheid heb ik er definitief een punt achter gezet. En ik ben een man die nimmer op een beslissing terugkomt", besluit Schoonderwoerd.

Opgetekend te Zeist, 8 september 1995

(tot zover het artikel van Douwe Frerichs)

Boven: Tekening van Joop Schoonderwoerd

Boven: Joop Schoonderwoerd in een vrolijk onderonsje
met zijn plaatsgenoot Durk Minkema,
beide woonachtig in Zeist.
Dit gebeurde in september 2007 in het NDR-Archief
waar Schoonderwoerd een sponsor van was.

Boven: De buste van Joop Schoonderwoerd is na zijn overlijden
geschonken aan het NDR-Museum. Ter herinnering aan een
bijzondere man, die veel voor onze sport en fokkerij
heeft betekend.


(Wilt u meer van zulke verhalen lezen?
Van het boek "Dravend door de tijd"
zijn nog enkele exemplaren te koop
in onze Museumwinkel)


  terug naar boven

© Copyright Archief NDR


Submenu
Geschiedenis:

Klassiekers

Kampioensch.

Rennen

Langebanen

Kortebanen

< Mensen

Diverse