NDR


Hoofdmenu
Archief:

Home

Nieuws

Organisatie

Bibliotheek

Fototheek

Videotheek

Museum

Geschiedenis >

Ongelukken horen bij de sport


Ongeluk

Boven: Een valpartij in de Sweepstakes van 1982. Drie hengsten rijderloos.
Viroli di Robles is al niet meer te zien. Vooraan houdt Cees Hetteling zijn
Vesins la Fusee in bedwang. Bij het haagje ligt Marian Vos geknield op de
grond. Haar paard Veloce gaat er links vandoor, drie ronden aan de kletter...
Marian had eindelijk eens een kanshebber in zo'n koers en dan dit...
Weg kans van je leven...., dacht ze... Een uur later won ze
met haar Veloce toch de Sweepstakes!
Zo kan het gaan, maar ook anders........


In Draf&Rensport nr. 13 van 29 maart 2017 stond
onderstaand artikel van Ruud Stoop:

Titel: Een sport van vallen en opstaan...........

Subtitels:
'Zitten blijven is belangrijk', 'Beroemde valpartijen"
en 'Iemand anders bijt in het stof'

Drafsport ontleent haar aantrekkingskracht aan spektakel. Dat kan een boeiende ontknoping zijn, maar uiteraard ook een koersverloop dat voor de deelnemers minder plezierig is. Waarbij in meer of minder ernstige mate slachtoffers vallen. Zoals de wielersport en de formule 1 tragedies kennen, is dat ook in de drafsport het geval. Want gevaar is inherent aan topsport. We duiken in een eerste confrontatie vooral in de historie, om geen verse wonden open te rijten. Want ook anno nu komen valpartijen en ongevallen op de baan nog met regelmaat voor. De voorgangers van onfortuinlijke rijders als Arnold Mollema (Joure) of Tom Kooyman zijn helaas talrijk...

In Bergen was in 1910 de destijds vermaarde rijder en trainer Paul Schonrock (hij genoot zijn opleiding bij Cees Ockhorst en reed later veel voor Jan Geersen, de vader van Willem H Geersen) slachtoffer van een ongeval op de baan van Bergen, de plaats waar tegenwoordig een hertenkamp is gevestigd. Terwijl hij zijn paard Robert H een werkje gaf - ruim voor de koersen zouden beginnen - begon het paard wild om zich heen te slaan. Schonrock werd door de achterbenen van het paard tegen de borst geraakt en liep daarbij twee gebroken ribben op. Voor de geboren Duitser, die meteen per auto werd afgevoerd van Bergen naar Heemstede, was het koersen voor dat jaar over, hoewel zijn toestand niet levensgevaarlijk mocht worden genoemd. Dat bleek, want in 1911 ging hij werken voor de stal van Parijzenaar Thierry Cabanes en vervolgens was de 'Joop Pool van die dagen' actief in Duitsland en nog veel later zou hij zijn vijftigjarig jubileum als rijder in zijn voormalige woonplaats Groningen vieren. Nog ver voor zijn ongeluk in Bergen baarde hij opzien door in Amerika per stoomschip zes merries op te halen voor de Nederlandse drafsport: Shadeland Kitty, Shadeland Uldena, Shadeland Frankie, Shadeland Vinelella, Linda Rosa en Shadeland Nutjean.

Gelukkig zijn ongelukken met dodelijke afloop in de loop der jaren zeldzaam geweest en vaak heeft men binnen de sport lering kunnen trekken uit het verleden. Want helaas is het ook regelmatig voorgekomen dat er gebeurtenissen waren met fatale afloop. Zoals in 1917, toen het paard Amie van eigenaar Bakker uit Wieringerwaard in afwachting was van de kortebaandraverij te Alkmaar. Plotsklaps sloeg de draver op hol, vernielde de afrastering en rende het koersterrein af. Daar raakte het paard een vrouw, die hierdoor zwaar aan het hoofd werd getroffen en ter plekke overleed. Beetje wrang was dat eigenaar Bakker later nog meerdere successen boekte met zijn Bandage, juist een uit de medische wereld afkomstige term...
Ook in 1919 hielden de toeschouwers op de baan van Alkmaar de adem in vanwege een ogenschijnlijk ernstig ongeluk. De op het middenterrein vastgehouden Long Ago rukte zich los en holde de zojuist aan hun koers begonnen deelnemers tegemoet. Daarbij kon een botsing met Gardenia, die werd gereden door rijder Witteveen, niet worden voorkomen. De gevolgen waren bijna catastrofaal, met een gebroken sulky en een meegesleurde rijder, maar door 'kranig optreden' van leerlingpikeur Jan Oosterwijk kon erger worden voorkomen. Doordat de heat niet werd afgebeld, zou het een vrij unieke aankomst worden. De eerste twee aankomende paarden (Amie en Auto, de laatste was van Purmerender Geerling) werden uitgeschakeld en Gardenia was uiteraard gedistantieerd waardoor Ciampi als winnaar binnenkwam. De eerste draver ooit die als enige in een koers reglementair binnenkwam? Het was overigens ook de eerste koersdag dat - bij wijze van experiment - in Alkmaar rechtsom werd gekoerst.


Boven: Bij de heropening van de drafbaan in Heemstede
(Het Oude Slot) in 1925 sprong een paard over de reling
tussen het publiek. Het liep gelukkig goed af.

Ongeluk

Boven: In Alkmaar valt Phortos L (Cees Vergay) over de reling,
tussen de mensen die lekker in het zonnetje zitten
te genieten van de paarden die voorbij komen.
Wat zullen ze geschrokken zijn.
Ook dit liep goed af!! (eind jaren 70)

Begin jaren twintig wordt melding gemaakt van een tuimelpartij van rijder Van Dam uit Groningen voorafgaande aan een draverij in Ezinge. Hij kwam samen met een naamloos gebleven paard ten val en werd enige tijd over een grintweg gesleurd. Vandaar dat de onfortuinlijke pikeur de woning van ene heer Ten Have werd binnengebracht. Die legde eerst zelf een verband aan, waarbij het gezicht van Van Dam werd ingezwachteld. Later namen de doktoren Peters en De Boer het gehavende hoofd onder handen. Hoewel pijnlijk, viel de schade naderhand mee.
Een opvallend voorval gebeurde in augustus 1926, toen het paard Oscar V van de heer Van der Wal uit Kooten op hol sloeg en zijn berijder meesleurde. Het arme dier holde in volle draf richting Veenwouden, botste eerst in woeste vaart tegen een auto en vervolgens tegen een bakkerskar. Van der Wal kwam met de schrik vrij - slechts wat schrammen aan de pols - maar zijn paard liep een lelijke verwonding aan het achterbeen op. Een fraaie loopbaan zat er voor Oscar V in de drafsport niet meer in. Het was een qua koersincidenten opmerkelijk jaar, want het regende in 1926 ongelukken, hoewel niet allemaal even erg. Bij draverijen in Marssum vloog pikeur Van Tuinen uit Leeuwarden met zijn Nellie H over de kop, waarbij het paard fors letsel opliep. Ook hier kwam de rijder er beter vanaf, met slechts verwondingen aan de armen en de schouders, net als een koersincident met Oeke B van Van der Veen in Wolvega een goede afloop kende. Van Tuinen had blijkbaar wel genoeg van Nellie H, die niet veel later koerste voor eigenaar Koopmans uit Gersloot.

Op het Gemeentelijk Sportpark van Hilversum was in 1928 Gerard Ensing met zijn Otelha nog slachtoffer van een aanrijding. De Amersfoorter `sloeg met zijn paard over den kop, doch kreeg behoudens een lichte ontvelling aan de rechterwang, geen letsel'. Het paard bleef bij het incident overigens ongedeerd.

Een jaar later (1929) was het raak - of eigenlijk: goed mis - met Marten Siderius op de baan van Joure. De in die tijd zeer bekende pikeur kwam in de eerste bocht na de start met zijn Ago Kan ten val doordat de sulky kantelde en de rijder van de kar viel. Siderius kwam er met een schouderfractuur vanaf.
Ook in Groningen was het dat jaar bibberen, toen het paard Qui Vive aan de binnenzijde een aanval op de kop plaatste, een paaltje raakte en de sulky de lucht invloog. De berijder weet zich op raadselachtige wijze in veiligheid te brengen. Saillant detail: tijdens deze meeting wist uitgerekend Marten Siderius met Ago Kan een koers te winnen.

import

Boven: Ago Kan met Marten Siderius na het behalen
van Kampioenschap der Nederlandse Paarden te Groningen 1929.

Arreslee-ongeluk
In 1929 kwamen ook draverijen op ijs nog veelvuldig voor. Dat jaar zouden diverse angstige momenten worden beleefd als een blauwschimmel van De Groot uit Holwerd met drie berijders plots het hazenpad kiest, over de met sneeuw afgebakende 'reling' schiet en recht op het publiek afstormt. De drie rijders op de meegetrokken slee kunnen zich niet vasthouden en een onfortuinlijke bezoekster, mevrouw De Vries uit Holwerd, wordt door het paard tegen het ijs gesmakt met een gebroken been als gevolg. Achter de wenselijkheid van ijsdraverijen op Ameland wordt na dit ongeval een groot vraagteken gezet.


Minder fortuinlijk was bij een meting in Groningen luitenant-jonkheer De Marees van Swinderen uit Amersfoort. Hij reed met zijn rechterbeen tegen een van de paaltjes aan de binnenzijde van de baan. Alsof er niets was gebeurd legde de dappere rijder het complete parcours af met zijn Revolt, maar nadat hij de meet bereikte, bleek hij zijn been te hebben gebroken. Hij werd vervolgens naar het ziekenhuis afgevoerd.
In Heerenveen stuitert in 1930 rijder Visser bij een struikelpartij van zijn paard Qualiteit over het hoofd van het dier, maar zonder ernstige gevolgen. De combinatie kan tot opluchting van de aanwezigen later weer deelnemen, al kwam de rijder - destijds nog zonder helm - hard met de grond van de baan in aanraking.

Dodelijk ongeval
Het loopt echter niet altijd zo goed af als in voornoemde gevallen. Zoals in 1932 bij de draverijen in Hilversum. Tijdens handicap-draverijen van de Nederlandsche Heerrijdersclub valt de zestigjarige pikeur J.E. Kruithof uit Voorburg vlak voor de finish - terwijl Parmenio en Peter Harvester in achtervolging zijn op zijn draver Kastelein - en overlijdt ter plekke. Als oorzaak van de val wordt een hartverlamming vermoed, maar waarschijnlijk is het feit dat de rijder bij de val op zijn hoofd terechtkomt hem echt fataal geworden. De direct op de plaats van het ongeval aanwezige arts Smits blijkt hem niet meer te kunnen helpen. Na het ongeval wordt er volop gediscussieerd over het meedoen van Kruithof, van wie bekend was dat hij hartproblemen had en aan suikerziekte leed. Hij zou herhaaldelijk gewaarschuwd zijn om niet aan een koers deel te nemen. Andere aanwezigen meenden dat de Voorburger de reling aan de binnenzijde van de baan had geraakt, waardoor hij van de sulky viel.
Kruithof was een bekende zakenman in de bouwwereld. Hij was als stuwende kracht van aannemingsbedrijf Kruithof en Scholten onder meer voor een groot deel verantwoordelijk geweest voor de bouw van het Olympisch Stadion dat gebouwd werd onder dezelfde architectuur als de tribune van drafbaan Alkmaar, namelijk die van Jan Wils. Kruithof was een vaste bezoeker van de draverijen in Hilversum, zo won hij met Rolls Roys in 1930 nog een voorname wisselprijs.


Boven: Trotteur en Henny de Vries hebben averij opgelopen
te Scheemda 2 augustus 1936.

Ongeluk

Boven: Ad Suykerbuyk zakt 50 jaar later door de sulky achter
Derbywinnares Zacatal du Bois.
Het kwam goed af...............

Kortebaan
Kortebaanliefhebbers van iets oudere leeftijd kennen vast nog wet het ongeluk met Fatal Action in Beverwijk. Het was niet voor de eerste keer dat er op de kortebaan in die plaats een ernstig ongeval plaatsvond, want in 1932 raakte het tuig van de merrie Lady Bond in ongerede, waarna de draver op hot sloeg. Rijder Jan van Leeuwen Jr. uit Bennebroek viel van de sulky, zonder zelf gewond te raken, en Lady Bond rende dwars door het (toen al) drukke verkeer de Rijksstraatweg op, waarbij de sulky tegen een boom sloeg. De ontsnappingspoging van de dochter van Lee Bond kwam ten einde, nadat ze tegen een fietser aanliep en ten val kwam, waarna ze kon worden gegrepen. Ze nam verder niet meer deel aan de draverijen, maar kwam redelijk ongeschonden uit de strijd na haar fratsen. De aangereden fietser kwam er ook zonder kleerscheuren vanaf, maar zijn zeven jaar oude dochtertje die ook op de fiets zat, moest met hoofd- en beenwonden in het ziekenhuis worden opgenomen.

Bertha E
Drie jaar later kwam Jantje van Leeuwen jr. er op de langebaan minder foruinlijk vanaf. Op 1 november 1935 werden op de baan van Gorredijk de sluitingsdraverijen van het seizoen afgewerkt. Hierbij kwam hij zwaar ten val nadat hij door het op hol slaande paard Bertha E van Stal H uit Heerenveen achterover van de kar werd geworpen. Van Leeuwen moest per brancard van de baan worden gedragen en werd ter observatie afgevoerd naar het ziekenhuis van Heerenveen. Daar werd bij de in die jaren op de kortebaan bijzonder succesvolle Van Leeuwen voor een hersenschudding gevreesd en hij bleek nog meer mankementen te hebben.
(Het ging iets anders, lees de eigen versie van 'dove' Jan van Leeuwen in het artikel over hem, click hier)

Ook tijdens de draverijen in Scheemda ging het ooit fout. 'Heerrijder' Richard Bosma werd door de draver Remulus van de sulky gegooid en vervolgens door de benen van het paard tegen het hoofd geraakt. Het had ernstiger kunnen aflopen dan de zware hersenschudding die Bosma er nu aan overhield. De rijder, die ook oogletsel opliep, werd door een aanwezige arts verbonden en naar het ziekenhuis van Groningen afgevoerd.

Niet alleen Marten Siderius kwam ooit zwaar ten val, dat gebeurde ook Appie Siderius die in 1936 bij te Rijsterbosch gehouden draverijen onderuit ging en in het ziekenhuis in Heerenveen moest worden opgenomen. Dat gebeurde opvallend genoeg niet in de hitte van de strijd, maar achter de al op grote afstand liggende Rolls Roys, die slecht van start was gegaan. De vermoedelijk juist wat te ontspannen koersende Siderius viel op een zeer oneffen stuk van de baan op de grond waarbij hij een heupbeen brak.

Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

(einde artikel van Ruud Stoop uit 2018)


Boven: In de bar van de tribune van de drafbaan in Graignes (Normandie)
hangt een grote muurschildering, waarvan dit een detail is.
Er loopt een hondje op de baan, mensen vliegen erop af.
Het voorste paard schrikt en de pikeur valt.
De pikeur, die met een wortel zijn paard over de finishlijn
probeert te lokken, draagt de kleuren van stal Levesque.
(gezien en gefotografeerd tijdens de Normandië-reis
van de Fokkersvereniging in 2007)


Voor meer foto's van ongelukken:
Click hier


  terug naar boven

© Copyright Archief NDR


Submenu
Geschiedenis:

Klassiekers

Kampioensch.

Rennen

Langebanen

Kortebanen

Mensen

< Diverse