|   
               
                |  | Hairos II bruine hengst, geboren in 1951van Kairos 1.23
 (v. The Great McKinney u. Uranie)
 uit Salambo II 1.33
 (v. Limoges u. Riveuse)
 Fokker: George Gosselin te Calvados, Frankrijk
 
 |  |  
 "Onze Wereldkampioen" Voor de "Paard van de Eeuw"-verkiezing maakte D. Minkema 
              eind 1999 het volgende levensverhaal:
 Roosevelt Raceway, New York, 20 augustus 1960.
 Een record aantal van 54.861 toeschouwers bejubelt de kersverse 
              wereldkampioen Hairos II en zijn rijder Willem Geersen, "a 
              hulking 260 pounds of experienced horseman", zoals de verslaggever 
              van The Horseman and Fair World Nederlands meest succesvolle trainer 
              aller tijden typeert. Op de halve mijls-baan  van Roosevelt Raceway gaf de Franse importhengst, 
              steeds in het tweede spoor opererend, zijn concurrenten geen kans 
              en hij zegevierde met een halve lengte voor de Italiaan Crevalcore 
              (met Vivaldo Baldi), Silver Song, Tornese, Icare IV en Tie Silk 
              in de tijd van 1.16,5a over de anderhalve mijl van The International 
              Trot. Een week later deden Geersen en Hairos II het in de revanche, 
              de Challenge Cup, nog eens dunnetjes over en ze wonnen spelenderwijs 
              in 1.16,3a over 2011 meter voor Tornese, Trader Horn, Crevalcore, 
              Su Mac Lad (die in 1961 en 1963 de International Trot zou winnen), 
              Icare IV, Silver Song en Tyson Scott. Op 4 september werd de nieuwe 
              wereldkampioen, getooid met de goudbrokaten kampioensdeken ter waarde 
              van $ 1500, op een volgepakt Duindigt op grootse wijze gehuldigd.
 
 Boven: De aankomst  van het Wereldkampioenschap:Hairos II finisht furieus. Links komt de Italiaan Crevalcore
 nog opzetten. 58.461 toeschouwers kijken hun ogen uit!
 
 Ereronde na het behalen van het Wereldkampioenschap,voor bijna 55.000 toeschouwers.
 Verzorger Willem Runhaar lift mee.
 
 Huldiging op Duindigt vanwege het behalen van het Wereldkampioenschap.
 Links van Hairos staat eigenaar Andries Voordouw.
 Helemaal links de kinderen Geersen met hun moeder.
 
 Geersen met Hairos II, getooid met de goudbrokatensierdeken van het Wereldkampioenschap 1960.
 Deze deken is meegegaan met Willem Geersen in zijn graf.
 De WK-helm is in het NDR-Museum te bewonderen, net als een
 hoef-ijzer van de hengst en de sulky waarmee hij won in New York.
 Naast de reus Geersen lijkt elk paard klein te zijn, maar Hairos 
                II
 had een mooie maat, met een schofthoogte van 1,61 m.
 
  U kunt hieronder beelden van het Wereldkampioenschapbekijken via YouTube. We zien de Italiaanse "Vliegende Vos"
 Tornese aan de leiding met daarnaast in het dodenspoor
 onze "Hairos the Second". Tornese moet op het laatste 
                rechte
 stuk capituleren en Hairos gaat gewoon door. Aan zijn
 buitenkant komt de Italiaan Crevalcore nog op, die een fout
 bij de start had gemaakt. Derde Silver Song, vierde Tornese.
 
 
  
 Vóór de verkoop
 Het winnen van het officieuze wereldkampioenschap was het absolute 
              hoogtepunt uit de glansrijke carrière van Hairos II, die 
              door Geersen twee jaar daarvoor was aangekocht van zijn fokker Georges 
              Gosselin uit Calvados. De toen zevenjarige hengst was op dat moment 
              een subtopper, die op de Franse banen meer uitgeschakeld dan gehandhaafd 
              was. Hij had uit 115 starts 13 maal gewonnen. Als driejarige deed 
              hij van zich spreken door in juli op de baan van Enghien de Prix 
              Williams te winnen in 1.23,2 over 2125 m, waarmee hij het één 
              jaar oude record voor driejarigen, gevestigd door Gélinotte, 
              egaliseerde. Voor zijn verkoop aan Geersen zou hij zich twee keer 
              in het buitenland vertonen. In 1957 startte hij op Sterrebeek in 
              de Grand Prix d'Hiver en werd daar verdienstelijk derde in 1.19.5 
              over 2340 meter, zijn record, achter de Zweedse merrie Marta Rappson 
              en de Belgische Mary Frisco. En in juni 1958 startte hij op Duindigt 
              in de Grote Prijs der Lage Landen met zijn Belgische rijder Robert 
              d'Haene en werd vierde in 1.20,8 over 2620 m achter Icare IV (2640 
              m), Jamin (2660 m) en Quintus Harvester (2600 m).
 
 Afstamming
 Hairos II was een zoon van het in 1932 geboren Franse vaderpaard 
              Kairos, die op de baan niet had uitgeblonken, maar een voltreffer 
              in de fokkerij werd en o.a. de kapitale Franse merrie Gélinotte 
              bracht. Zijn vader was de in 1929 in Frankrijk geïmporteerde 
              Amerikaanse hengst The Great McKinney. Gepaard met de drievoudige 
              winnares van de Prix d'Amérique, Uranie, bracht hij niet 
              alleen Kairos, maar ook diens vier jaar jongere broer Ogaden, ook 
              een toonaangevend vaderpaard. De moeder van Hairos II, Salambo II, 
              had een mooi exterieur; zij is ook moeder van de later in Nederland 
              ingevoerde hengst Jousko Williams 1.20. Salambo II heeft veel volbloed 
              in haar pedigree. Bagatelle III, de grootmoeder van vaderszijde, 
              is een dochter van een volbloedmerrie, en van Louvois, de grootvader 
              van moederszijde, zijn de beide grootmoeders volbloed.
 
 Aankoop en beslag
 Eind juli 1958 werd Hairos II door Geersen aangekocht voor rekening 
              van de aannemer Andries Voordouw uit Oegstgeest en met hulp van de in Frankrijk werkende landgenoot Jan Kruithof. Geersen mocht de hengst op 
              Vincennes rijden en zag meteen dat aanspanning en beslag van geen 
              kant deugden. Hij had naar zijn mening veel te zware ijzers onder, 
              droeg teengewichten en loodboots. Die hadden hun tol al geëist 
              van de voorbenen, die al verscheidene malen gebrand waren. Geersen 
              vertelde later dat hij aanvankelijk Hairos II niet durfde kopen, 
              want toen hij een bod uitbracht, dacht hij dat de eigenaar Gosselin 
              hem met zijn kruk te lijf wilde gaan. Maar toch werden ze het uiteindelijk 
              eens met een bedrag van ca. 40 miljoen oude Franse Francs (ca. 15.000 gulden). Bij Geersen zou Hairos II op aluminium ijzers lopen, waarbij 
              het voorijzer met de takken voorwaarts ondergeslagen was, zodat 
              de teen geheel open bleef.
 
 Een hoef-ijzer van Hairos II behoorttot onze museumstukken.
 Het is het aluminium hoef-ijzer in het midden
 met al die nagelgaten. Het ijzen werd "verkeerd om"
 ondergeslagen, dus met de takken naar voren.
  Eerst bij Jan Kruithof
 Omdat Hairos II door zijn oude eigenaar nog was ingeschreven voor 
              de Prix de Washington, die vijf dagen later op Enghien werd verreden, 
              liet Geersen de hengst voorlopig op het entrainement van zijn vriend 
              Jan Kruithof in Lamorlaye. Kruithof toog meteen aan het veranderen. 
              Het resultaat was dat Kruithof de met een eerste prijs van 1 miljoen 
              (oude) francs gedoteerde Prix de Washington op stap won in 1.15,9 
              over 1620 meter. Hairos II werd hiermee gelijk het op twee na snelste 
              paard van Europa achter Jariolain en Tornese, die beide een record 
              van 1.15,7 hadden.
 
 Jan Kruithof wint op 2-8-1958 met Hairos II"ingehouden" de Prix de Washington.
  Goed twee weken later zegevierde Kruithof opnieuw met de hengst 
              op Enghien, nu in de Prix d'Europe, in 1.18,5 over 2825 meter, voor 
              Icare IV, die 25 meter moest geven. De lucratieve eerste prijs bedroeg 
              2,5 miljoen (oude) Franse francs. In september zette Kruithof de 
              zegetocht met Hairos II voort in Duitsland. Hij won in Hamburg-Farmsen 
              zonder overmatige inspanning het Gladiatoren-Rennen voor de in Duits 
              bezit zijnde Fransen Ivacourt en lolcos.
 Boven: Hairos II met Jan Kruithof in het voorwerkvoor het Gladiatoren-Rennen in 1958.
 
 Zo gemakkelijk won Hairos II met Jan Kruithof het Gladiatoren-Rennen.
 
 Willem Geersen (links met hoed) kijkt toeterwijl Hairos II en zijn vriend Jan Kruithof
 na de overwinning worden gehuldigd.
 
 De winnaar wordt onder grote belangstelling gewassen.
 
 Boven: Hairos II wint met Jan Kruithof de Preis von Deutschland 1958.De achtervolgers zijn machteloos.
 
  In Hamburg-Bahrenfeld won hij de Preis von Deutschland voor Eifersucht 
              en Fifi Beau Gosse. En begin oktober in München-Daglfing met 
              grote overmacht en onder een storm van applaus de Preis der Besten 
              met 15 meter voorsprong op de Zweed Tampiko. Daarna werd hij met 
              Jan Kruithof twee maal derde op Vincennes, eind december 1958 in 
              de Prix du Bourbonnais achter Jamin en Joli Veinard D en begin januari 
              1959 in de Prix de Bourgogne achter Jamin en Icare IV. De bedoeling 
              was dat hij in de grote koersen op Vincennes zou aantreden, maar 
              dat ging niet door. Een blessure, opgelopen in de Prix de Bourgogne, 
              kwam hem op 6 weken boxrust te staan. Begin maart leek hij zover 
              hersteld dat hij werd overgebracht naar Geersens entrainement op 
              Oud-Valkeveen. 
 (Intermezzo: Pierre Fokke uit het Bezuidenhout in Den Haag mailde 
              ons op 30-05-2008 dat hij met plezier het verhaal over Hairos II 
              gelezen heeft op onze site. Hij was begin jaren 60 leerling bij 
              Jan van Dooyeweerd en had daarvoor ruim 1 jaar gewerkt bij Jan Kruithof. 
              Dat was precies in de tijd van Hairos II.
 Pierre was aanwezig bij de koers waarin Hairos II aan de overzijde 
              van de baan van Vincennes zwaar gehinderd werd door Jamin en geblesseerd 
              raakte. Zijn verslag: "Ondanks de opgelopen blessure wist Hairos 
              II op de finish nog hard in te lopen. Enkele dagen later moest de 
              smid bij de klassedraver komen want diverse specialisten konden 
              de hengst niet helpen. Jan Kruithof gaf de smid opdracht zijn hoef 
              af te kappen tot aan het leven. Zijn box werd voorzien van turfmolm 
              en stromend water. Hairos II kreeg een lange onderbroek aan van 
              Jan (helaas geen foto van, jammer hè!) , heeft zo weken gestaan, 
              en knapte weer helemaal op".)
 
 Hairos II traint met Willem Geersen voor zijn come-back.  In NederlandEr bleek echter sprake van een ernstige ontsteking tot op het bot, 
              zodat hij bij Geersen nog twee maanden noodgedwongen box-rust moest 
              ondergaan. Dankzij deskundige behandeling door dierenarts P.J. ter 
              Beek uit Naarden was hij toen genezen. Op 14 juni 1959 maakte hij 
              met Geersen zijn zegevierend debuut op de Nederlandse banen op Mereveld. 
              Het Nederlandse koerspubliek kon toen genieten van de mooie, harmonisch 
              gebouwde hengst met zijn expressief hoofd en zijn fenomenale zwevende 
              draf, extra opvallend door de witte bandages.
 
 Hairos II met Willem Geersen.  Al zijn 12 starts in Nederland in dat jaar zette Hairos II in 
              winst om. Op 28 juni 1959 won hij op Duindigt de Grote Prijs der 
              Lage Landen in 1.19,9 over 2640 m voor de Franse cracks Jamin en 
              Icare IV, die beide 20 meter moesten voorgeven. Hairos II had in 
              het laatste rechte eind wel een moment van slecht draven. Het Kampioenschap 
              van Nederland op 1 november op Duindigt won hij met Martin Vergay 
              op uiterst gemakkelijke wijze voor Theo Messidor. 
 (We hebben beelden van de Grote Prijs der Lage Landen 1959 waarin 
              Hairos II wint van de Franse Prix d'Amérique-winnaar Jamin:)
 
  (Via de Media-player) 
  U kunt dezelfde beelden hieronder via YouTube bekijken.
 
 
              (Ook het Kampioenschap van Nederland 1959 kunt u zien door op onderstaande 
              camera te clicken. Slechts 3 deelnemers durfden het tegen hem op 
              te nemen. Hairos II wint voor Theo Messidor, Sirona en Double Six 
              M)
 
  (Via de Media-player) 
 
 Boven: Gen. Baron van Heemstra Beker 1961:Hairos II (1e met Willem Geersen) kort na de start,
 gevolgd door Theo Messidor (4e met Freek Eerenberg).
 
 Boven: Hairos II  en Willem Geersen tijdens het defilé op Duindigt d.d. 28-6-1959 voor de Grote Prijs der Lage Landen 1959,
 waarin zij zullen schitteren.
 
 Boven: Hairos II wint de Grote Prijs der Lage Landen 1959met voorsrong op de Franse cracks Jamin en 
              Icare IV.
 
 Boven: Hairos II  en Willem Geersen tijdens de ereronde op Duindigt na de Grote Prijs der Lage Landen 1959,
 waarin zij hebben geschitterd.
  InternationaalUiteraard was Willem Geersen dat jaar ook actief met hem op het 
              internationale front. Begin juli won hij in Gelsenkirchen onder 
              tropische omstandigheden voor 15.000 toeschouwers op ongenaakbare 
              wijze het Elite-Rennen voor Icare IV en Ivacourt. Twee weken later 
              verbeterde hij in de eerste heat van de Grote Prijs van Recklinghausen 
              het baanrecord, dat nog altijd op naam van Mac Kinley stond, met 
              een volle seconde en bracht het op 1.16,3. In de tweede heat kwam 
              hij na een hevig gevecht met de 40 meter gunstiger geplaatste lolcos 
              zelfs tot 1.15,7, maar hij werd gediskwalificeerd omdat hij de finish 
              in onreglementaire gangen passeerde.
 
 Boven: Hairos II heeft in het Elite-Rennen 1959 al de leiding. Links loopt de Franse crack Jamin.
  Begin augustus pakte Hairos II uit op zijn favoriete baan Enghien. 
              Hij won voor de tweede maal de prestigieuze Prix de Washington. 
              Vijf dagen later deed hij op dezelfde baan een aanval op het baanrecord 
              over 1 km met vliegende start, gegangmaakt door een volbloed, gereden 
              door Patrick Céran-Maillard. Hij verpulverde het oude record 
              van 1.15,2 van Hyderabad en bracht het op 1.13,4, waarmee hij tevens 
              1 miljoen (oude) francs toucheerde. In september werd in Recklinghausen 
              Die Trophae gewonnen voor de Franse draver Jovial en de Rus Trepat. 
              
 Hairos II en Willem Geersen in het voorwerk op de Franse baan van Enghien, waar zij de Prix de Washington
 voor de tweede maal zouden winnen.
 
 Boven: Hairos II bij een van zijn vele buitenlandseoverwinningen.
  In de Preis der Besten in München-Daglfing had hij tegen 
              het eind weer problemen met zijn draf en moest hij zijn eeuwige 
              rivaal Icare IV voor laten gaan. Veertien dagen later was hij in 
              Gelsenkirchen weer oppermachtig in het Nienhausen-Rennen, dat hij 
              won in een nieuw koersrecord van 1.22,1 over 3320 m, 120 meter gevend 
              aan de koppaarden. Eind november moest hij in Milaan in de Gran 
              Premio delle Nazioni genoegen nemen met een vierde plaats achter 
              Tornese, Jamin en Icare IV. 
 Boven: Hairos II gaat per trein op reis naar Milaan. 
 
 Boven: Hairos II wordt door Wim Runhaar voorzichtig in de treinwagon geleid voor de reis naar Milaan.
 Willem Geersen kijkt toe.
 
  GoedgekeurdDiezelfde maand werd Hairos II op de hengstenkeuring in Hilversum 
              goedgekeurd. Stamboeksecretaris Kees Meinardi beschreef de hoog 
              in het bloed staande hengst als: "Een snelheidskoning, die 
              zich speciaal vanuit de voorhand enorm verheft en zodoende zijn 
              de zweefmomenten van Hairos II zeer lang, vandaar de grote snelheid 
              die hij kan ontwikkelen. Zijn aanrakingspunten met de grond zijn 
              zo soepel en zo gering als maar mogelijk is, zodat hem dit hoegenaamd 
              geen kracht kost."
 
 Hairos II had een prachtig exterieur met een edel hoofd.Van moeders kant voerde hij veel Volbloed.
 
 
 Hairos II met Willem Geersen en Wim Runhaar in de trailer.Ze komen terug van een training in Hilversum.
 Geersen's auto, de Buick, staat voor de trailer.
 (Wie zijn toch die jongens links?)
 
  Prix d'Amérique 1960Intussen werd Hairos II door Geersen rustig klaargemaakt voor het 
              grote werk op Vincennes. Ter voorbereiding van de Prix d'Amérique 
              startte hij op 17 januari 1960 in de Prix de Bourgogne. De baan 
              was echter zeer zwaar, zodat Geersen hem niet vroeg en hij eindigde 
              ongeplaatst. Twee weken later was de Prix d'Amérique, waarvoor 
              18 paarden aan de start kwamen. Geersen pakte meteen de kop en kreeg 
              op het laatst een zware aanval van de Italiaan Tornese met Sergio 
              Brighenti te verduren. Honderd meter voor de finish wankelde Hairos 
              II even, maar Geersen corrigeerde hem meesterlijk en dankzij zijn 
              uitzonderlijke moed hield de hengst stand tegen Tornese en Jamin, die 50m had moeten geven bij de start als tweevoudig winnaar van de PdA 1958/59. 
              In het verslagen veld niet de minste dravers: 4e Jour de Veine, 5e Infante II, 6e Iskander F, 7e Liebelei. 
Ongeplaatst onder meer de bekende Kerjacques, Jariolain, Icare 
                IV en 
Hortense L.
 Hairos II won de koers over 2600 meter in 1.21.3 en verdiende 
                met deze overwinning 130.000 nieuwe francs, die door 3 moesten worden gedeeld om guldens te krijgen. Het jaar daarvoor kreeg de winnaar (Jamin) nog een miljoen, maar 
            dat waren oude Francs, die 100 keer zo weinig waard waren.
 Hairos II werd een week later op Hilversum uitbundig gehuldigd.
 
 Boven: Hairos II heeft, met nog een ronde van 2 kmte gaan, al de kop in de Prix d'Amérique van 1960.
 Naast hem de merriess Jour de Veine en Infante II (?).
 
 Boven: Finish van de Prix d'Amérique op 31 januari 1960.Hairos wint met een halve lengte voorsprong.
 De Italiaanse "Vliegende Vos" Tornese wordt tweede.
 Links komt Jamin nog aangestormd. Hij had deze koers al twee keer
 gewonnen en moest daarom 50 m geven bij de start, een onmogelijke
 taak. Het paard aan de reling is de Franse merrie Jour de Veine,
 die vierde wordt. Uit bovenstaande foto is een deel genomen
 en ingekleurd, zie hieronder.
 
 Boven: Ingekleurde zwart-wit foto van de aankomst van de Prix d'Amérique op 31 januari 1960, afgedrukt in het
 prachtige boek "Le Trotteur Français".
 
 
 Boven: Nogmaals de finish van de Prix d'Amérique op 31 januari 1960.Hairos wint met een halve lengte voorsprong. Hij werd iets onregelmatig
 in zijn draf, 
maar Willem Geersen ondersteunde zijn paard goed.
 De Italiaanse "Vliegende Vos" Tornese loopt naast hem,
 en ook hij draaft niet "vierkant". Het paard daarachter
 is de Franse merrie Jour de Veine, 
                die vierde wordt.
 
 Boven: Hairos II en Willem Geersen worden na de Prix d'Amérique op Vincennes gehuldigd.
 
 
 Boven: Hairos II en Willem Geersen bij hun ereronde na de winstin de Prix d'Amérique op Vincennes, gedrapeerd met de Franse vlag.
 Als het een kleurenfoto was geweest, zou het op
 de Nederlandse vlag hebben geleken.
 
 
 Boven: Hairos II wordt een week later ook in Hilversum gehuldigd voor zijn overwinning in de Prix d'Amérique. De hengst is
 zo te zien weer helemaal fris.
 
 Boven: Hairos II loopt in Hilversum een ereronde met de Prix d'Amérique-1960-vlag.
  (We hebben op deze website ook Polygoon-journaal-beelden van 
              Hairos' overwinning in de Prix d'Amérique 1960.)
 
  (via 
              de Media-player) 
  U kunt dezelfde beelden ook via YouTube bekijken.
 
 
 Hieronder kunt u (via YouTube) Polygoon-beelden zien van de 
                huldiging vanHairos II op Hilversum, waarbij Geersen zijn hengst 
                een rondje laat harddraven.
 
 
 
 
 
 Het vervolgHet volgende doel was de Grand Prix d'Hiver op Sterrebeek. Daarin 
              moest hij zijn meerdere erkennen in zijn twee jaar jongere halfbroer 
              Jousko Williams met Pierre Giffard. Jousko Williams was voor de 
              koers aangekocht door de eigenaar van Stal Arctic uit Nootdorp, 
              Han Post en hij liep voor de helft voor diens rekening. Ook in het 
              Grand Criterium de Vitesse in Cagnes sur Mer werd Hairos II tweede, 
              in 1.15,8a over 1609 m achter de Italiaanse "Vliegende Vos" 
              Tornese, maar voor Jamin. Eind mei werd hij derde in de Elitlopp 
              op Solvalla in 1.18,8 over 2720 m, achter Honoré II en Kaïd 
              D, aan wie hij 20 meter moest geven. Vervolgens was er weer winst 
              op het Deense Charlottenlund in het International Mesterskab. De 
              serie won hij voor de Zweden Lep Hanover en Adept, de finale met 
              meer dan 10 meter voorsprong op de Zweden Willburn en Adept en rivaal 
              Icare IV. Een week later won Hairos II in Göteborg de Aby Stora 
              Pris in 1.18.6 over 2620 meter, een nieuw baanrecord, voor Honoré 
              II en de Zweed King Bunter.
 
 Boven: Met een straatlengte voorsprong wint Hairos II het International Mesterskab 1960 op Charlottenlund.
 
 Boven: Met een straatlengte voorsprong wint Hairos II de Aby Stora Pris 1960.
 
               De Grote Prijs van Recklinghausen ging de mist in, nadat hij zich 
              in het voorwerk had geraakt. Deze blessure was de reden om hem in 
              de Grote Prijs der Lage Landen op Duindigt buiten weddenschappen 
              te laten lopen. Hij won echter oppermachtig voor de Zweed Pompe 
              Trickson en de Franse merrie La Coulonces, die respectievelijk 60 
              en 40 meter voorgift genoten. 
 Boven: Hairos II wint in 1960 voor de tweede keerde Grote Prijs der Lage Landen.
 Tweede wordt Pompe Trickson (midden)
 voor de Franse merrie La Coulonces (links),
 de overgrootmoeder van Timoko.
 
  Hieronder kunt u (via YouTube) Polygoon-beelden zien van 
                deze koers
 
 
  Winnaar Europese CircuitMet deze zege wist Hairos II zich al zeker van de overwinning 
              in het Europese Circuit. Het zou hem niet beletten een week later 
              het Elite-Rennen in Gelsenkirchen voor de tweede maal op zijn naam 
              te schrijven, ondanks 60 meter handicap op de koppaarden. Hij eindigde 
              in 1.19,4 over 2560 meter, 10 lengten voor Kaïd D (met Roel 
              Sierdsma) en Isidore F. Eind juli won hij in een nieuw koersrecord 
              (1.18,6 over 2700 m) voor de tweede maal de Grote Prijs van Duitsland 
              in Hamburg-Bahrenfeld voor Iskander F en Alfa Romeo, resp. 60 en 
              80 meter gunstiger geplaatst.
 
 
 Boven: Wim Runhaar leidt Hairos II uit de veewagen.
 
 Boven: Hairos II met zijn vaste verzorger Wim Runhaarmaken hun trainingsrondjes op een Duitse baan.
 
 
 Boven: Hairos II behaalt een ruime zege in de Grote Prijs vanDuitsland op de baan van Hamburg-Bahrenfeld op 31 juli 1960.
 
 
 Boven: Hairos II en Willem Geersen bezig met de trainingsarbeidop een Duitse baan. Wim Runhaar kijkt toe.
 
 Boven: Bij het droogstappen willen de fans wel met Hairos IIop de foto het stalterrein van dezelfde baan in Dld.
  Wereldkampioen
 Negen dagen later ging Hairos II met zijn vaste verzorger Willem 
              Runhaar op Schiphol op het vliegtuig om in New York met succes het 
              reeds gememoreerde Wereldkampioenschap te veroveren.
 
 Een dame in "Nederlandse klederdracht" tracteert Hairos II op een stukje Edammer kaas.
 Zo te zien vindt hij het maar niets.
 
 
 Boven: Geersen traint Hairos II op de baan van Roosevelt Raceway bij New York.
 
 Boven: De aankomst  van het Wereldkampioenschap:Hairos II finisht furieus. Links komt de Italiaan Crevalcore
 nog opzetten. Rechts wordt Silver Song derde.
 
 Boven: Huldiging van de Wereldkampioen.Links van het paard staat zijn eigenaar A. Voordouw,
 rechts verzorger Willem Runhaar.
 
 
 Ereronde na de huldiging. Close-up.  Terug in Europa zegevierde hij in drie heats in Berlin-Mariëndorf 
              in het Matadoren-Rennen. Op Duindigt werd het Kampioenschap van 
              Nederland weer even gemakkelijk gewonnen als het jaar daarvoor, 
              wederom voor Theo Messidor.
 
 (We hebben voor u ook Polygoon-journaal-beelden van Hairos' overwinningen 
              in de Grote Prijs der Lage Landen 1960, het Kampioenschap van Nederland 
              1960 en het Wereldkampioenschap.)
 
   (En ook nog oude filmbeelden uit 1960 van Hairos op zijn entrainement 
              en de complete koers om het Kampioenschap van Nederland (zie foto 
              hieronder).
 
   
 Hairos II met de krans om vanwege de zege met Willem Geersenin het Matadoren Rennen in 1960 na drie heats. Terug naar de stal
 loopt Wim Runhaar achter de sulky.
 
 Boven: Hairos II aan de kop in het Kampioenschap van Nederland 1960op Duindigt, met nog een ronde te gaan. Achter hem Theo Messidor en
 links met kap Quicksilver S. Achter Theo loopt diens stalmaatje Trudi Trothan
 en helemaal achteraan Sammy Mars, die een fout had gemaakt.
 
 Boven: Even verderop in de bocht van dezelfde koers:Hairos II (W. Geersen) leidt en gaat zegevieren voor Theo Messidor,
 Quicksilver S (links), Trudi Trothan en Sammy Mars (laatste).
 
 Boven: Kampioenschap van Nederland 1960:Hairos II en Willem Geersen zijn gehuldigd en staan
 klaar voor de ereronde. Rechts verzorger Wim Runhaar.
 
  Herfst 1960Intussen werd Hairos II door Voordouw verkocht aan Willem Geersen, 
              die altijd een aandeel in de hengst had gehouden. Op 2 oktober zegevierde 
              hij andermaal in de Preis der Besten op München-Daglfing voor 
              Anwalt (de oudere volle broer van Heres) en Alfa Romeo. Hairos II 
              ging vervolgens nogmaals op het vliegtuig naar Amerika om op Yonkers 
              Raceway weer aan twee koersen deel te nemen. De reis ging allerminst 
              vlot. Wegens problemen met de KLM-machine werd het vertrek meerdere 
              keren uitgesteld en met meer dan 36 uur vertraging ging het toestel 
              de lucht in. Dit had kennelijk een grote aanslag op de vorm van 
              Hairos II gepleegd. Zowel in de Gotham Trot als de United Nations 
              Trot kwam hij er niet aan te pas. In de Gotham Trot trapte hij in 
              het wiel van de latere winnaar Su Mac Lad, kreeg een fout en hield 
              er een verwonding aan over. Hij werd nog vijfde, maar wegens hinderen 
              teruggesteld naar de 8e plaats. In de United Nations Trot, gewonnen 
              door Tie Silk, was hij wederom foutief.
 Toen Hairos II op 11 december op Hilversum zijn rentree maakte in 
              de Allround Stayersprijs over 3900 meter was de echte vorm er nog 
              niet. Hij viel twee keer in galop, draafde slecht en balanceerde 
              op de rand van uitschakeling. Hij werd verrassend geklopt door de 
              60 meter gunstiger vertrokken stayer Qwiek Karel met Joop van den 
              Berg. In de Grote Kerstprijs op Hilversum won Hairos II zijn afdeling, 
              maar in de finale kon hij geen 20 meter geven aan Quicksilver S 
              met Jan Wagenaar.
 
 Boven: de prachtige Hairos II in 1960 op de baan van München-Daglfing in Duitsland.
 
 Boven: Hairos II gaat van start in de Preis der Besten 1960.Rechts loopt de Fransman Jariolain. Hairos zal weer met
 grote voorsprong winnen, voor Anwalt, die 60 m
 voor de beide Fransen was gestart.
 
 
              Hairos in 1961In 1961 was te merken dat de zware koerscarrière het nodige 
              van Hairos II gevergd had. Vooral zijn beenwerk eiste de nodige 
              aandacht, ook al omdat hij van nature last had van klemvoeten.
 Toch won hij dat jaar op zijn moed 8 van de 11 koersen in Nederland, 
              in de overige 3 werd hij uitgeschakeld. De Grote Prijs der Lage 
              Landen won hij voor de derde keer op rij, ditmaal voor Kavaljer 
              Fortuna. Hij draafde op het laatst slecht en hij ging vrijwel in 
              pacegang door de finish.
 
 Hairos II wint in 1961 voor de derde maal de Grote Prijs der Lage Landen op Duindigt.
 Hier draaft hij nog goed.
 
 Boven: Bij de finish houden zijn gangen het midden tussen draf en galop. Toch wordt Hairos II gehandhaafd.
 De Zweed Kavaljer Fortuna en Vrijdag (met
 Bram Nottelman) worden resp. tweede en derde.
 Hairos had 60 m moeten geven.
 
 Boven: Hairos II is na de Grote Prijs 
                der Lage Landen 1961 gehuldigd en klaar voor de ereronde.
 
 Boven: Hairos II maakt een ereronde op Duindigtna zijn derde winst in de Grote Prijs 
                der Lage Landen.
 
  Hieronder kunt u (via YouTube) Polygoon-beelden zien van 
                deze koers
 
 
  Laatste overwinning
 Eind september won hij het Kampioenschap van Nederland voor de derde 
              maal, voor Vrijdag en Jour de Java, ditmaal in feilloze draf. Het 
              zou de laatste overwinning uit zijn roemrijke carrière zijn. 
              In het buitenland had hij daarvoor nog gewonnen in het Otto Klosz-Rennen 
              in Hamburg-Bahrenfeld in een nieuw koersrecord en was hij derde 
              geworden in de Grote Prijs van Beieren (München-Daglfing) en 
              de Grote Prijs van Recklinghausen.
 
 (We hebben ook beelden uit deze periode: In een TV-programma 
              blikt Willem Geersen terug op de beste drafsport-prestaties van 
              het jaar 1961, terwijl Hairos II aan zijn regenjas zit te knabbelen.)
 
 Willem Geersen en Hairos II:
   
 
 Het laatste koersjaar
 In 1962 zou Hairos II als 11-jarige nog driemaal aan de start komen 
              in Nederland, hetwelk nog een tweede plaats opleverde.
 
 (Ook te zien: unieke filmbeelden uit 1962, waarin Willem Geersen 
              op Duindigt door Jan Cottaar voor de TV wordt geïnterviewd 
              ter gelegenheid van de rentree van Hairos. Deze beelden worden becommentarieerd 
              door Harry van Ooyen en Hans Sinnige voorafgaand aan het W.H. Geersen 
              Memoriaal 2009).
 
   
 Hairos II poseert hier met zijn Wereldkampioensdeken op,vastgehouden door Freek Eerenberg bij het stalterrein
 op de drafbaan van Hilversum,
 klaar voor de hengstenkeuring.
  Hairos als vaderpaard
 Inmiddels was de ruim 1.61 m metende hengst vanaf 1961 voor de dekdienst 
              ingezet, het eerste jaar bij Geersen op Oud-Valkeveen, daarna achtereenvolgens 
              op stoeterij Elten bij Mees Alkemade, Haus Giesking in Buldern (Westfalen), 
              weer een jaar op Oud-Valkeveen, in 1965 en 1966 op stoeterij Elten 
              en vervolgens 2 jaar op de Olmenhof te Heurne bij Aalten. Tussen 
              1962 en 1969 werden van Hairos II, die bekend stond als een moeizame 
              dekker, in Nederland 30 kinderen geboren, in Duitsland 85. Van zijn 
              Nederlandse producten zijn er 22 gestart, die samen  475.649 
              wonnen. Zijn beste afstammelingen waren de ruin Eland 1.18,4a / 
              f 214.025, waarmee Jan van Dooyeweerd grote successen behaalde, 
              Darling Hollandia 1.19,6a / f 52.724 en de Derby-winnares van 1966: 
              Elisabeth Hollandia 1.22,6 /  32.799. In Duitsland had hij 
              in 1966 eveneens de Derby-winnaar, Gesell 1.19,2, terwijl verder 
              goede nakomelingen zijn de dekhengst Egil 1.18,8, Feldpost 1.19,2, 
              Vöros 1.18,2, Ingomar 1.18,2, Hairos Junior 1.18,2 en Ikarus 
              1.19,8.
 
 Terug naar zijn geboorteland
 In januari 1969 verkocht Geersen de hengst aan de Franse fokker 
              Jean Clerx, die een kleine stoeterij in Normandië had. Hairos 
              II stond in Frankrijk op de staatsstoeterij "Haras du Pin" 
              en bracht tussen 1970 en 1974 in totaal 63 dravers, met als snelsten 
              Entre Nous 1.19 en Esquirol 1.18. Laatstgenoemde heeft ook ter dekking gestaan en is de vader van de crack Poroto (1.14,3 - 1,1 miljoen Euro). Hairos is ook de vader van de 
              grootmoeder van de bekende Franse dekhengst Biesolo.
 
 In juni 1979 stierf de oudwereldkampioen op 28-jarige leeftijd. 
              "Zo'n paard krijg je maar eenmaal in je leven, al word je duizend 
              jaar" was de mening van Willem Geersen over zijn kapitale draver.
 
 
 Hairos II en Willem Geersen, een paar(d) apart.Gefotografeerd in een stal in de USA.
 
 Het prachtige schilderij van Hairos II, dat jarenlang in het NDR-kantoor heeft gehangen,
 hangt nu te pronken in het NDR-museum.
 Daar ligt ook een hoef-ijzer van de hengst.
 Verder staat er de sulky waarvoor hij
 Wereldkampioen werd en de speciale helm,
 die Willem Geersen toen droeg.
 
 
  Koerscarrière Hairos II:
 
     
      | jaar | lft. | starts | 1e | 2e | 3e | rec. |  | winsom |   
      | 1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 | 2j. 3j. 4j. 5j. 6j. 7j. 8j. 9j. 10j. 11j. | 6 26 24 17 26 22 22 30 16 3 | 0 2 3 1 7 5 17 20 9 0 | 0 3 1 1 2 0 1 5 0 1 | 2 5 2 0 4 2 1 1 3 0 | 1.32,2 1.23,2 1.21,6 1.20,6 1.19,5 1.15,9 1.16,3 1.15,8 1.18,6 1.20,9 | Hfl. Hfl. Hfl. Hfl. Hfl. Hfl. Hfl. Hfl. Hfl. Hfl. | 500 9.260 11.265 6.050 30.370 92.820 105.500 420.000 47.180 600 |   
      | totaal |  | 192 | 64 | 14 | 20 | 1.15,8 | Hfl. | 723.115 |  
 Gewonnen topkoersen
 Prix d'Amérique, Vincennes 1960,
 The International Trot, Roosevelt Raceway 1960
 The Challenge Cup, Roosevelt Raceway 1960,
 Prix de Washington, Enghien 1958, 1959
 Prix d'Europe, Enghien 1958,
 Elite-Rennen, Gelsenkirchen 1959, 1960
 Gladiatoren Rennen, Hamburg Farmsen 1958
 Matadoren-Rennen, Berlin-Mariëndorf 1960
 Preis der Besten, München-Daglfing 1958, 1960
 Preis von Deutschland, Hamburg-Bahrenfeld 1958, 1960
 Die Trophae, Recklinghausen 1959
 Nienhausen-Rennen, Gelsenkirchen 1959
 Otto Klosz Rennen, Hamburg-Bahrenfeld 1961,
 Grote Prijs van Aby, Göteborg 1960
 Int. Mesterskab, Charlottenlund 1960,
 Grote Prijs der Lage Landen, Duindigt 1959, 1960,1961
 Kampioenschap van Nederland, Duindigt 1959, 1960, 1961
 
 Titels
 winnaar Europees Circuit 1960,
 Draver van het Jaar 1960
 
 (Europees record van 1.13,4 over 1 kilometer vliegende start met 
              gangmaker te Enghien, Frankrijk)
 
 
 
              Voor wie aan het bovenstaande nog niet genoeg heeft, volgt hieronder een Duitse kijk op onze "Fliegende Holländer". Gevonden op de HVT-website onder Hall of Fame. Het bevat leuke en interessante  achtergrond-informatie. Bijna waren de Duitsers ons voorgeweest bij de aanschaf van Hairos II! 
 Der gebürtige Franzose avancierte 1960 zum Europa- und  Welt-Champion
 »Wo die Franzosen mit ihren Elitepferden, hervorgegangen aus einer  glücklichen Synthese des amerikanischen Speeds und der anglo-normannischen  Ausdauer und dem europäischen Prüfungssystem für die Zucht des speed begabten  Stehers mit der Betonung von längeren Rennen innerhalb vernünftiger Größen am  besten angepasst, erscheinen, da beherrschen sie das Feld der internationalen  Begegnungen. (…) Wie grundlegend sich die Dinge gewandelt haben, zeigt die  Tatsache, dass Frankreichs Traberzucht ihren Angriff nicht nur über die Vogesen  nach Deutschland, über die Ostsee nach Schweden und über die Seealpen nach  Italien, sondern jüngst auch über den Atlantik siegreich in das Herz des  amerikanischen Trabrennsports und seiner Zucht, nach New York und Kentucky und  darüber hinaus nach Kalifornien getragen hat«.
 
 So huldigte das »Album des deutschen Rennsports 1959« dem unaufhaltsamen  Aufstieg der Tricolore-Trotter. Während jener Tage hatten sie in der Alten Welt  nur zwei Pferde zu fürchten gehabt. Den Italien-Crack Tornese – gezeugt vom  Franzosen Tabac Blond – und eben Hairos II, einen nach Holland verkauften  Kairos-Sohn. Ausgerechnet dieser brillierte 1960 als Europa- und Welt-Champion,  entfachte damit in seiner neuen Heimat einen Sturm von Trabereuphorie.
 
 Als »Schnäppchen« nach Holland
 »Vor einigen Jahren ging ein deutscher Trainer nach Frankreich, um für  seinen Stall ein gutes Pferd zu kaufen. Unter anderen besichtigte und fuhr er  auch Hairos II, ein fraglos mehr als nützliches Pferd, aber es gefiel ihm in  seiner Gangart nicht. Dafür kaufte er für seinen Stall ein anderes Pferd, das  dann auch zur Freude seines Besitzers das »Elite-Rennen« in Gelsenkirchen und  auch große Rennen in Skandinavien gewann«. – Selbst wenn das »Album des  deutschen Rennsports 1960« keine Namen nannte, so dürfte es sich um Eddy  Freundt gehandelt haben, der für den westdeutschen Stall Kurier im Mai 1957 den  Hengst Io d´Amour angekauft hatte. Zwar gewann der Braune neben dem »Großen Preis  von Aby« (Göteborg) gleich noch die Elite-Prüfungen von Solvalla und  Gelsenkirchen, doch diese Leistungen sollte der wegen schwankender Leistungen  und seiner manchmal mäßigen Gangart verschmähte Kruithofsche Vierbeiner später  glattweg in den Schatten stellen. Folgerichtig war weiter im »Album« zu lesen: »Aber  auch Hairos II wechselte zu einem recht billigen Preis den Besitzer, denn ihn  kaufte der ewige holländische Champion Willem H. Geersen für seinen Besitzer A.  Voordouw. Das war fürwahr ein Glückskauf«.
 Dafür sprach schon das Pedigree des Neu-Holländers, das auf der Vaterseite  von Kairos geadelt wurde, dem Sohn des US-Amerikaners The  Great McKinney und der legendären Uranie. Der 1922 geborene  Beschäler beeinflusste zwischen den beiden Weltkriegen maßgeblich die  französische Zucht. Allerdings fand der von Valentino Capovilla importierte  Hengst kaum ein Echo bei Züchtern, durfte also nur wenige Stuten decken. Zum  Glück war der Italiener aber mit einem gewissen Herrn Vanackere befreundet, der  ihm seine Stute Uranie in Training gegeben hatte. Der Erfolg gab ihm Recht,  denn die Intermède-Tochter beherrschte allein von 1927 bis 1929 den »Prix  d´Amerique«. Da ernannte der französische Ackerbauminister den Italiener  Capovilla im Frühjahr 1930 sogar zum »Ritter der Ehrenlegion«! Im gleichen Jahr  beendete die gesunde und unverwüstliche Uranie auch ihre Karriere und wurde –  was lag näher – The Great McKinney zugeführt. Ihre erste Verbindung brachte  einen Fehlschlag, erst ein erneuter Versuch bescherte den erhofften Durchbruch:
 Uranie kam 1932 mit Kairos nieder! Dieser Hengst – später sechsfacher  Champion der Vaterpferde in Frankreich – genoss höchstes Ansehen. Er zeugte im  Gestüt 247 Traber, unter ihnen 1950 die später legendäre Gelinotte. Lediglich  ein Jahr nach der Geburt dieser »Diva« erblickte Hairos II das  Licht der Welt. Dank der Mutter floss reichlich Vollblut in seinen Adern, denn  Salambo II ist über ihren Erzeuger Limoges eine Enkelin der Bagatelle II,  ihrerseits eine Tochter des »Prix d´Amerique«- Triumphators Reynolds V und der  Vollblüterin Vèlès. Diese wiederum gilt als Nachkomme des französischen  Galopp-Derbysiegers Nègofol und Enkelin des im »Grand Prix de Paris«  siegreichen Rueil.
 Als aus einer französisch-amerikanischen Kreuzung hervorgegangener Hengst  mit starkem Vollblutanteil machte Hairos II somit feine  Empfehlungen geltend. Doch sollte sich der Braune als typischer Spätentwickler  entpuppen. Erst 1958 wartete er mit einem echten Paukenschlag auf, denn am 2.  August donnerte er im »Prix de Washington« 1:15,9 / 1620 Meter  auf die Piste von Enghien. Damit avancierte Hairos II nach Tornese und  Jariolain zum drittschnellsten, auf dem Kontinent gezogenen Traber. Praktisch  über Nacht war ein neuer »Stern« am europäischen Traberhimmel aufgegangen.
 
 Ein »Absahner« auf deutschen Pisten
 Ein erstes Ausrufezeichen in Deutschland setzte der französisch-holländische  Crack am 7. September 1958 im »Gladiatoren-Rennen«, dem  Saisonknüller in Hamburg-Farmsen. Als Hairos II auf dem letzten Distanzdrittel  im Rush an die Spitze des Feldes gestürmt war, zeigten sich die Gegner sofort  außerstande, dem Tempo zu entsprechen. Am besten verkaufte sich noch Ivacourt,  der den Rückstand mit drei Längen einigermaßen in Grenzen hielt. Verlockend  günstig fand es der schnelle Niederländer, der mit seiner verhältnismäßig  niedrigen Gewinnsumme lediglich die 40 Meter-Mindestzulage für Ausländer  gutzumachen hatte, im Bahrenfelder »Preis von Deutschland« vor.
 Ohne von Jan Kruithof sonderlich bemüht zu werden, knöpfte der 14:10-Favorit  in 1:19,1 / 2640 Meter der tapferen Eifersucht gleich mehr als fünf Längen ab.  Dabei verfehlte der Sieger den 1957 von Gelinotte aufgestellten Rennrekord um  die Winzigkeit einer Zehntelsekunde. Anfang Oktober kannte Hairos II im  Daglfinger »Preis der Besten« keine Gnade und hängte in 1:22,1  / 2650 Meter den schwedischen Spitzentraber Tampiko mit mehr als sechs Längen  ab. Das dritte Geld holte die Französin Ica VI, womit faktisch der Vorhang für  die deutschen Vertreter gefallen war. Ausländische Pferde, vor allem in  Frankreich gezüchtete, schalteten und walteten fast nach Belieben auf den  Pisten Europas.
 Und ein Duell zweier Giganten stimmte im »Großen Preis der  Niederlande« 1959 so recht auf die nächsten Saisonhöhepunkte ein.  Erstmals gefahren von Willem Geersen, zog Hairos II in Duindigt – alle  Zuschauer- und Umsatzrekorde wurden pulverisiert – dem vergeblich  attackierenden »Erzfeind« Jamin, freilich mit einer 20 Meter-Zulage belastet,  leicht und locker den Zahn. Dieses Abschneiden sollte der Kairos-Sohn einen  Monat später im »Elite-Rennen« von Gelsenkirchen untermauern.  Riesige Menschenmassen pilgerten zur Traditionsbahn, auf der man einen  Dreikampf zwischen den Euro-Cracks Jamin, Icare IV und Hairos II erwartete.  Letzterer erschien schon nach halbem Wege an der Spitze des Zwölferfeldes, als  im Einlaufbogen die designierten Herausforderer nahten. Am Ende deckte der  24:10-Favorit beträchtliche Reserven auf und vergrößerte seinen Vorsprung auf  Icare IV mühelos. Während der Sieger den Rennrekord auf 1:18,3 / 2540 Meter  drückte, verbesserte der Zweite den Bahnrekord auf 1:18,0 / 2560 Meter.
 Nichts für schwache Nerven war der »Große Preis von Recklinghausen«,  ausgeschrieben als internationales Stichfahren 2:3. Im 1. Lauf verkraftete  Hairos II seine 60 Meter-Höchstzulage anstandslos und fertigte Wallgunde in  1:16,3 ab, also in einer Zeit, die in deutschen Rennen noch nie getrabt wurde.  Die zweite Sensation folgte im zweiten Stechen auf dem Hufe. Als Geersen seinen  Schützling im Einlaufbogen etwas hart anfasste, reagierte der mit einem Rumpler  und trat sich ein Eisen ab. Das folgende Finish schilderte ein Zeitzeuge: »Mit  großer Treue – und, was verständlich ist, nicht idealer Gangart – kämpfte er  sich aber trotzdem an Iolcos heran und schien diesem den Sieg entreißen zu  können, fiel aber genau auf der Ziellinie in eine Galoppade, die seine  Disqualifikation erforderlich machte«. Da war auch die  1:15,7-Kilometerzeit reine Makulatur.
 
 Eingedenk dieses Pechs hatte Trainer Geersen die Nase erst einmal restlos  voll von Stichfahren und strich das Mariendorfer »Matadoren-Rennen« aus seinem  Kalender. Frischen Mut tankte man dagegen in Frankreich, wo Hairos II am 1.  August im Enghiener »Prix de Washington« mit zwölf Gegnern  Katz und Maus spielte. An gleicher Stelle überzeugte der Crack Tage später bei  einem 1000 Meter-Rekordversuch mit einer 1:13,4-Marke! Aber dieser Tempolauf  hatte ziemlich an den Kräften gezehrt, wovon nur zehn Tage später ein krasses  Versagen im Fünf-Millionen-Francs-Rennen »Prix d´Europe« kündete.
 Der Schreck muss den Recklinghäusern offensichtlich arg in die Glieder  gefahren sein, als das Engagement von Hairos II im 1953 begründeten  »Trophäe«-Klassiker (2600 Meter) verbrieft war. Obwohl die Vorstarterliste elf  Kandidaten ausgewiesen hatte, wagten sich nur vier Inländer, zwei Russen sowie  ein Franzose in die Partie, mit denen der Oranje-Hengst – trotz der 80  Meter-Zulage – natürlich kurzen Prozess machte. Die weiteren Ränge ergatterten  Jovial und Trepet. Schon ein Zwischenspurt in der Überseite hatte die frühe  Entscheidung gebracht… Ein nächstes Raunen ging durchs Publikum, denn mit  1:19,7 hatte der Sieger den bisherigen Rennrekord (Io d´Amour / 1:20,9) um mehr  als eine Sekunde unterboten.
 
 Ein dickes Ausrufezeichen setzte Hairos II im Oktober 1959, als in  Gelsenkirchen das »Nienhausen-Rennen« für ein rappelvolles  Haus sorgte. Kein Wunder, denn Hairos II musste seinen Konkurrenten auf dem  3200 Meter-»Kanten« bis zu 120 (!) Meter geben. Trotzdem schickte man den  Geersen-Schützling als 14:10-Top-Favoriten in die Partie, was der Hengst mit  einem atemberaubenden Part rechtfertigte. Schon weit vor dem Ziel stand der  Triumph des Kairos-Sohnes fest; der Richterspruch »Weile« sprach einfach Bände.  Deklassiert endeten Tilkorns Inländer Scipio und Kraums Franzose Fifi beau  Gosse. Somit hatte sich Hairos II in Deutschland endgültig als echter  »Absahner« geoutet, denn sechs Lorbeerkränze 1958/59 sind für einen Gasttraber  kaum die Regel.
 
 Unterschätzt im Prix d´Amerique
 Nur eine ganz winzige Außenseiterchance billigte man Hairos II im »Prix  d´Amerique« 1960 zu. Das »Rennen der Rennen« würde ja eine ganz andere  Qualität als holländische und deutsche Prüfungen besitzen, orakelten die  meisten Fachleute. Und so fand sich der »Fliegende Holländer« im Feld der 18  Starter nur als 437:10-Außenseiter wieder, was sich bei  sonnigem Wetter vor mehr als 50.000 Zuschauern rächen sollte. Der gewiefte  Willem Geersen ließ seinen Schützling im Knäuel der 17 Duos, die sich hinter  dem ersten Band drängten, konsequent Speed gehen. Einmal an den Stangen, begann  der niederländische Champion, das Tempo zu regulieren. Selbst in dieser Phase  hätte kaum jemand einen Pfifferling auf Hairos II gegeben, denn erst ausgangs  des Einlaufbogens erschienen die Speedpferde auf der Szene.
 Vor allem Tornese, erklärter Favorit aller Italiener, inszenierte in der  Distanz einen brandgefährlichen Angriff. Aber Hairos II legte stets zu und  triumphierte – zwar nicht in lupenreinem Takt – in 1:21,3 gegen Tornese und den  »fliegenden« Jamin, der letztlich an seiner 50 Meter-Zulage scheiterte. Ihm  ging Hairos II dann tunlichst im »Prix de France«, im »Prix de Paris« und im  »Criterium Continental« aus dem Wege. Das Resultat des Vincenner  Monster-Rennens ließ trotzdem erahnen, dass Jamin, Tornese und Hairos II fast  ebenbürtig waren. Über Sieg oder Niederlage sollten meist Rennverlauf und  Tagesverfassung entscheiden, woran selbst der Triumphzug des Niederländers im »Grand  Circuit« 1960 nichts zu ändern vermochte. Den Zirkel-Thron hatte  Hairos II nach Erfolgen in der »Internationalen Meisterschaft von  Kopenhagen« und im »Großen Preis von Aby« ja faktisch  schon erklommen. Trotzdem provozierte gerade der nächste Streich ein Rauschen  im Blätterwald.
 
 »Im hellen Sonnenschein stand ein kleines, blondes Mädchen auf dem  grünen Rasen vor dem Zielrichter-Turm der Rennbahn von Duindigt und schluchzte  herz erweichend. Sein rechtes Händchen hatte sich in den rotseidenen Ärmel des  wuchtigen Mannes verkrampft, der auf dem für seine gewaltigen Körpermaße eigens  konstruierten Rennwagen saß. Und auch diesem Manne, ihrem Vater, standen die  Tränen in den Augen. Willem Geersen war nach dem Großen Preis der Niederlande  mit Hairos II zur Siegerparade angetreten«. Dabei hatte sich der  vierbeinige Lokalmatador nur zehn Tage zuvor in Recklinghausen beim Aufwärmen  arg verletzt… Die Wunde war zwar verheilt, aber berechtigte Bedenken machten  hinsichtlich der Rennkondition die Runde. Also entschied man, den Hengst »ohne  Wetten« laufen zu lassen. Aber Hairos II fegte auf dem schwierigen Kurs alle  Bedenken mit einem Sturmlauf hinweg, der in einem leichten Erfolg kulminierte.
 
 Mit der »halben Bahn« wiederholte der Holländer dann seinen Triumph im  Gelsenkirchner »Elite-Rennen«, in dem er Kaid D sage und  schreibe zehn Längen abknöpfte. In neuer 1:18,6-Rennrekordzeit, die alte 1:19,0-Marke  hatte Gelinotte gehalten, triumphierte Hairos II Ende Juli auch im »Preis  von Deutschland«, der großen Bahrenfelder Steherprüfung. Iskander F.  und Alfa Romeo hatten klar das Nachsehen gehabt. Somit avancierte der Hengst  nach Walter Dear (1931 / 1933) und Ahne (1943 / 1944) zum erst dritten  Doppelsieger. Kurzum, der Weg über den »Großen Teich« war für den Geersen-Stolz  geebnet!
 
 Ein Doppelschlag in den Staaten
 Hatte Trainer Geersen 1959 die Einladung in die USA mit den Worten »Ist  zu weit!« noch abgelehnt, so zauderte der alte Fuchs ebenso ein Jahr  später. Im Hinterkopf den Gedanken: In Abwesenheit anderer Euro-Cracks würde  man ja in Europa reiche Ernte halten können… Mal hüh, mal hott! Auf diese  Taktik pochte der Holländer einige Wochen lang, einem »Ja« folgte das »Nein«.  Diese Farce beendeten erst beherzte Amerikaner, die kurzerhand mit einem  Pferdetransporter vor Ort aufkreuzten und das vierbeinige Objekt ihrer Begierde  »entführten«. Da vermeldete die Fachzeitung der Niederlande nach diversen Dementis  lapidar: »Hairos II ist nach Amerika unterwegs!«
 
 Alle Rekorde wurden an jenem 20. August 1960 auf Roosevelt Raceway in New York gebrochen. Genau  58.461 Zuschauer füllten die Piste bis hinein in den letzten Winkel. Mehr als  2.730.000 Dollar wurden in neun Abendrennen gewettet, allein 363.140 Dollar  (fast 1,5 Millionen DM) flossen im »International Trot«, der  inoffiziellen Weltmeisterschaft, durch die Kassen. Doch bereits nach der  Auslosung gab es lange Gesichter bei den Gästen: Als besonderes Kompliment für  die zahlreich anwesenden Italiener hatte man den römischen Züchter und  Ex-Präsidenten der italienischen Besitzer-Vereinigung, General Giorgi-Monfort  gebeten, die Startplätze mit eigener Hand zu ziehen. Unfreiwillig erwiderte er  diese freundschaftliche Geste, indem er seinen Gastgebern die bestmögliche  Chance zuschob. Silver Song wurde von ihm mit »1« bedacht. Nachdem der  Neuseeländer Durban Chief und Kanadas Tie Silk die folgenden Nummern gezogen  hatten, kam Hairos II mit Nr. 4 von allen Beteiligten Europas noch am besten  weg.
 Das hinderte den Schützling von Willem Geersen längst nicht an einem knappen  1:16,5-Triumph über den zeitgleichen Italiener Crevalcore und den favorisierten  Silver Song. Stunden später noch sollen einheimische Trainer ihre weisen  Häupter staunend geschüttelt haben. Unfassbar, dass ein Traber wie Hairos II  auf »ihrer« 800 Meter-Bahn zweieinhalb Runden lang in Außenspuren marschieren  und dann auch noch gewinnen konnte. Nicht nur das, denn die beiden  Erstplatzierten hatten ja noch den am 27. August 1953 aufgestellten Weltrekord  für Halbmeilen-Pisten um eine glatte Sekunde unterboten.
 Allerdings hegte man für die Revanche im »Challenge-Cup« einige Hoffnungen, weil der »Fliegende Holländer«  phasenweise in  unschöner Aktion über den Kurs geeilt war. Aber jegliche US-Ambitionen  zerstoben auf der 2011 Meter-Distanz, denn Hairos II triumphierte  im »Cup« nun ganz überlegen in 1:16,3 gegen Tornese und Trader Horn; und das  immerhin für Toto 31:10. Man durfte einen neuen »Weltchampion« feiern! Nebenbei  holte der Holländer ebenso das »Europa-Championat« gegenüber  dem in Mariendorf stationierten Import-Franzosen Ivacourt und dem leider  eingegangenen Kaid D. Hinter ihnen rangierten die skandinavischen Cracks  Willburn und Adept. Überraschenderweise konnte sich kein Italiener auf den  vorderen Rängen behaupten.
 
 Nie, nie wieder ein Heatfahren!Frisch gewaschen, wieder mit  Schlips und Kragen, zwängte Willem Geersen gegen Abend seine stattlichen 235  Pfund in ein Gartenstühlchen vor dem Mariendorfer Vereinshaus. Er ließ sich ein  kühles Bier schmecken, ehe er schmunzelnd eröffnete: »Nie, nie wieder ein  Heatfahren!« Selbst wenn dieser Spruch übertrieben wirkte, so ließ er viel  Klasse und Dramatik erahnen, die auch das »Matadoren-Rennen« 1960 gewürzt hatten.
 Im 1. Stechen trat Hairos II, der 40 Meter geben musste, gewohnt ruhig ein.  Bald merkte sein Trainer, dass das Feld enteilte. Jetzt drehte das Gespann  gewaltig auf, meisterte den letzten Kilometer in 1:14,0 und erzielte ganz  nebenbei mit 1:16,5 einen neuen Bahnrekord. Aber gewonnen hatte Alfa Romeo,  einst großer »Derby«-Favorit. Frau Voordouw haderte sichtlich mit dem  Schicksal, dass ihr Liebling (»Er ist unser bester Freund!«) nun  vielleicht drei oder gar vier Läufe überstehen müsse. Entsprechend ihr  Kommentar: »Ich hielte es für besser, wenn Hairos II gleich nochmals geschlagen  würde. Das erspart ihm weitere Starts«.  Tatsächlich blieb ihr Logenplatz  während des dritten Stechens – im zweiten Test hatte Hairos II, trotz eines  Fehlers, nach Kampf den Spieß gegen Alfa Romeo umgedreht – verwaist. Die Dame  brachte es nicht übers Herz, einen neuerlichen Kraftakt ihres Lieblings mit  ansehen zu müssen. Denn Willem Geersen pochte sofort auf Offensive, worauf  Hairos II mit einer heftigen Galoppade reagierte. Aber der Favorit gab die  Partie nicht verloren und fing tatsächlich Ivacourt, Willburn und Alfa Romeo  noch ab.
 
 Im Gegensatz zu Mariendorf ließ sich Willem Geersen eine »Molle« schon vor  dem Daglfinger »Preis der Besten« munden, denn die Gastgeber  hatten Aktive und Besitzer am Vorabend ins Festbierzelt der Löwen-Brauerei  eingeladen. Aber am ersten Oktober-Sonntag verteilte der Niederländer vor mehr  als 25.000 Zuschauern trotzdem keine Geschenke, sein Hairos II zerschmetterte –  nach einem Gewaltangriff auf der Stallgeraden – jegliche Konkurrenz. Da mussten  sich Bayerns Steher-König Anwalt und Alfa Romeo mit den kleineren Prämien  bescheiden. Somit verewigte sich der prächtige Kairos-Sohn nach 1958 zum  zweiten Mal in den Annalen, was bis dahin keinem Pferd gelungen war.
 Unter den Klängen der holländischen Nationalhymne fuhr Geersen seinen  Schützling vor den Turm der Rennleitung. Da hatten sich seine Frau und das  Besitzerehepaar Voordouw eingefunden. Und ihr vierbeiniger Stolz gab sich  äußerst übermütig, schien lediglich eine bessere Arbeit absolviert zu haben.  Seine Umgebung sah sich maßgeblich in ihrem Plan bestätigt, im Herbst nochmals  die besten Amerikaner herauszufordern. Zwei Tage später wurde Hairos II in die  USA geflogen; und das nach einer Kräfte zehrenden Saison. Dass Übermut aber  selten gut tut, musste Trainer Geersen nun in den Staaten durchleiden. Während  Hairos II am 11. Oktober im »Gotham Trot« auf der Yonkers-Bahn nach einem  Kilometer an einer schweren Galoppade scheiterte, landete er eine Woche später  an gleicher Stelle im »Preis der Vereinten Nationen« unter »ferner liefen«. Man  hatte Hairos II die Flügel gestutzt; auf seinem Welt-Titel senkte sich ein  erster Schatten!
 
 Absage an Roosevelt  Raceway
 Eine Titelverteidigung im  »Prix d´Amerique« blieb Hairos II 1961 von Hause aus versagt. Einerseits  hätte er eine 25 Meter-Zulage ausgleichen müssen, andererseits war der Crack –  mit einem Beinschaden vorn rechts – zu Tagen des Vincenner Wintermeetings kaum  in bester Verfassung. Diese Einschätzung untermauerte nach viermonatiger Pause  ebenfalls der Start am 11. Mai auf der Mereveld-Bahn (Niederlande), denn Hairos  II – er hatte bereits einige Stuten gedeckt – musste als Erster disqualifiziert  werden. Trainer Geersen sah das seinem Schützling nach und fasste eine  Expedition zum Bahrenfelder »Otto Kloss-Rennen« ins Auge. Und  er sah sich längst nicht enttäuscht, denn sein mit einer 80 Meter-Zulage  bedachter Schützling rannte alle sieben Gegner in Grund und Boden und drückte  den Rennrekord um fast eine Sekunde auf 1:19,0.
 Mit einem dritten Rang im »Großen Preis von Recklinghausen«, erzielt in  1:18,3, signalisierte Hairos II Mitte Juni den nächsten Formanstieg, der auch  einem Alvin Weil nicht verborgen bleiben konnte. Folgerichtig versuchte der  extra aus New York angereiste Vorsitzende der Rennbahn Roosevelt Raceway, dem  Holländer Geersen eine Einladung zum »International Trot« am 15. Juli  schmackhaft zu machen. Aber der Zwei-Zentner-Trainer blieb eisern: »Eine  zweite Schmach in Übersee möchte ich vermeiden. Ich reise nur an, wenn wir eine absolute  Siegchance besitzen«.  Den Journalisten erklärte der Champion, dass die Bahnen von Amerika  außerordentlich hart seien und damit reines Gift für den »beinlädierten« Hairos  II wären. An dieser Entscheidung änderte selbst der dritte (!) Streich im »Großen  Preis der Niederlande«  herzlich wenig, dem wichtigsten  Rennen Hollands. Bei brütender Hitze riss der am Ende »fliegende« Hairos II   – in der Distanz kurz wechselnd – einen knappen Erfolg aus dem Feuer, den  das Foto bestätigte.
 Weil der Geersen-Crack eine 60 Meter-Zulage gegen sich gehabt hatte, durften  sich seine Fans über mehr als fünffaches Geld in der Siegwette freuen. Somit  legte der Hengst nochmals Ehre für seinen Vater Kairos ein, der gerade im Alter  von 29 Jahren eingegangen war. Darauf war sein Pariser Besitzer Albert Domicent  allerdings mental vorbereitet, denn er hatte den Hengst wegen akuter  Altersschwäche nicht mehr für Paschadienste herangezogen. Im Juli stellte sich  Hairos II erneut der Konkurrenz, musste in Mereveld eine 80 Meter-Zulage  verdauen. Die war schnell aufgeholt, nach 2180 Metern war der Oranje-Crack in  1:19,9 »allein auf weiter Flur».
 
 Nach seinem Abschied von den Rennbahnen der Welt deckte Hairos II 1962 auf  dem Traditionsgestüt Alkemade in Elten (Emmerich / Niederrhein), ehe man ihn  zwölf Monate später im westdeutschen Gestüt Haus Giesking (Buldern / Westfalen)  aufstellte. Selbst wenn Hairos II nicht annähernd an die Zuchtleistungen seiner  Eltern anzuknüpfen vermochte, so lobten seinen zweiten Jahrgang immerhin zwei  »Derby«-Sieger. Während sich Kalli Heitmanns Lasbek-Vertreter Gesell (v. Hairos  II a.d. Purzelina) in Deutschland behauptete, schlug in den Niederlanden  Elisabeth Hollandia der Stallgefährtin Emberiza S ein Schnippchen. Und in der  Dortmunder Westfalen-Halle präsentierte sich Hairos II im Schmucke der Decke  eines World-Champions 1960 letztmals einer großen Fangemeinde. Sehr treffend  lautete das Motto der Veranstaltung: »Das Pferd muss bleiben!« Dem ist  nichts hinzuzufügen.
 
 Gerd von Ende
 
 
 
 
 
 
 
 |