Woestduin bij Bloemendaal: 1901 - 1910
Korte geschiedenis van het landgoed
Onderstaande tekst is overgenomen uit de 'Gids voor de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur', deel 3, 1998.
(Met dank aan 'Groene Historie' via Facebook.)
"Omstreeks 1700 was Woestduin een eenvoudig ingerichte buitenplaats. Op een plattegrond uit die tijd is een langwerpige gracht voor het huis als afsluiting van het terrein te zien. Achter het huis op de hoofdas ligt een parterre de broderie (sierperk met buxushaagjes), aan weerszijden van het huis liggen boomgaarden en in de hoek van het terrein moestuinen of hakhoutbossen in een stervormig patroon. De tegenwoordige gracht en de lindelaan dateren uit deze tijd van aanleg.
Tussen 1766 en 1784 werd de buitenplaats vergroot en verfraaid door de eigenaar David ten Hove. Hiertoe werden delen van de aangrenzende 'Grafeleykheits wildernisse' (de duinen) aangekocht. De landmeter A. Snoek maakte in 1766 een ontwerp voor een deel van de tuin, maar het is onzeker in hoeverre dit plan is uitgevoerd. Ten Hove liet ook een groot herenhuis bouwen, dat in 1955 is gesloopt.
Op de plattegrond van 1790 is te zien dat de oppervlakte veel groter is geworden. De uitbreiding omvat een bos met ingewikkelde padenstructuren, een ovale kom, een lange vijver bij de Woestduinweg en enkele heuveltjes.
De tuinarchitect J.D. Zocher sr. maakte omstreeks 1800 een nieuw plan in landschapsstijl voor het terrein rondom het huis. Dit plan is in het terrein nog steeds te herkennen, onder meer in een (opgeworpen of natuurlijke) heuvel die Zocher als uitzichtspunt gebruikte.
Na 1874 komt de buitenplaats in bezit van de eigenaren van Huis te Vogelenzang, de familie Barnaart.
Omstreeks 1900 krijgt het huis een nieuwe functie in de vorm van hotel-restaurant. Tegelijkertijd besluit men op het terrein een paardenrenbaan te gaan exploiteren. In 1901 heeft L.A. Springer deze renbaan aangelegd, waarbij hij ook de oude parkaanleg renoveerde. De oude vijver uit de achttiende eeuw vormde hij daarbij om tot een was- en drenkplaats voor de renpaarden. Het gokken op de paarden nam in korte tijd zulke vormen aan dat het gemeentebestuur van Bloemendaal zich genoodzaakt zag in 1909 de renbaan te sluiten. In 1912 ontwierp Leonard Springer nog een rosarium.
De laatste reorganisatiewerkzaamheden werden in 1954 uitgevoerd door de Wageningse tuinarchitect Hans Warnau. Hij maakte een tuinontwerp bij het nieuw gebouwde huis dat op de plaats van het oude buitenhuis staat. Het landgoed is gedeeltelijk open gesteld."
Een dagje Woestduin
Deze reeds lang verdwenen renbaan hebben we in dit rijtje opgenomen,
mede omdat we uit het persoonlijk archief van Peter van Betten de
beschikking hebben gekregen over een twaalftal mooie ingekleurde
ansichtkaarten. Zij geven een prachtig beeld van onze sport uit
het begin van de vorige eeuw.
In 1900 werd het landgoed door zijn eigenaar, jhr. L. Boreel te
Vogelenzang, verkocht aan de "Hotel- en Terrein-Maatschappij
Woestduin" onder directie van mr. J. van Stolk, de secretaris
van de Nederlandsche Harddraverij- en Ren-Vereeniging. Van Stolk
liet het grote huis Woestduin als hotel inrichten en gaf de befaamde
Haarlemse tuinarchitect Leonard A. Springer opdracht een renbaan
met park aan te leggen. Voor de directeur zelf werd een huis (Dennenheuvel)
in het bos gebouwd. Het werd de mooiste baan van Nederland, zowel
qua entourage als qua inrichting. We gaan terug in de tijd en maken van de 12 ansichtkaarten een stripverhaal...
Een dagje Woestduin
Op een zonnige, zomerse zondag in 1907 nemen we u mee naar de courses
op Woestduin, de mooiste en belangrijkste draf- en renbaan van Nederland
in die jaren.
Veel bezoekers komen met de trein. Er is een speciale halte Woestduin gemaakt en op koersdagen rijden er extra treinen.
Boven: Aankomst op Halte Woestduin in 1908.
De renbaan bevindt links in het bos.
Boven: De Vertrek- en Aankomsttijden van de vier treinritten,
aangekondigd in het weekblad
"Nederlandsche Sport".
De extra treinen reden tussen Leiden en Haarlem,
waar moest worden overgestapt vanuit Amsterdam
(in Haarlem) en Rotterdam (in Leiden).
Sommige bezoekers zijn met de auto gekomen, maar wij zijn met de koets naar Bloemendaal (bij Haarlem) gereden, hebben
ons paard en rijtuig gestald op een daartoe bestemd grasveld achter
het stalterrein en lopen nu over de lange "Opgaande Laan" op het
33 ha. grote landgoed. We passeren de deftig geklede dames en heeren,
die zich verpozen op een bankje in de schaduw. Bruin worden is niet
deftig in die dagen. Alleen boeren en buitenlui hebben een bruin
gezicht.
Boven: De "Opgaande Laan".
We betalen ieder vijf gulden toegang voor de eerste
rang en komen op de renbaan. Het is prachtig. In tegenstelling tot
de meeste andere banen wordt hier linksom gereden. Het gras van de baan is keurig
kort gehouden door een kudde van veertig schapen. Binnen de grasbaan
ligt een steeple-chasebaan met natuurlijke heggen. Op het middenterrein
zijn hier en daar enkele bomen blijven staan om het parkachtige
karakter te behouden.
Achter de grote tribune bevinden zich twee paddocks, één voor de
renpaarden en één voor de dravers, met in het midden ervan een bloemperk.
De begeleiders van de renpaarden in de paddock dragen een porseleinen
plaat om de arm met daarop het programmanummer van het paard.
De paarden lopen zich warm in de paddock en worden aan het publiek
getoond. We maken een keus welke we zullen spelen.
Boven: De paddock, waar de dravers zich warmlopen.
Ook toen al voornamelijk "heeren" langs de baan.
We leggen onze guldens in bij de officiële totalisator.
Daarvoor moeten we naar het witte achthoekige gebouwtje.
Bij de totalisator wordt na elke race berekend hoeveel voor het
winnende paard wordt uitbetaald.
Boven: De jockey in het midden overlegt met de trainer
en de eigenaren van zijn paard over te volgen tactiek.
Op de achtergrond
de 8-hoekige totalisatorkiosk.
In de eerste koers hebben we geen succes en we gaan
voor ons volgende gokje naar de bookmakers, die even verderop met
hun plankjes onder een gegalvaniseerd afdak staan. Misschien brengen
zij ons meer geluk. Zij geven een vaste cote, die ze per deelnemend
paard met een krijtje op het plankje hebben geschreven. Ze houden
elkaars cotes goed in de gaten, want als er één van
hen een gerucht hoort over een paard en zijn cote verlaagt, willen
de anderen graag volgen, voordat ze "het schip in gaan".
Wij sluiten een weddenschap af met de bookmaker die de hoogste cote
geeft voor ons favoriete paard. Als bewijs krijgen we een geschreven
briefje mee.
Boven: Links de bookmakers met hun plankjes,
verderop de totalisatorkiosk.
We gaan even naar het stalterrein, achter de paddocks
om naar onze favoriet te kijken. Er is een stal in de vorm van een
halve cirkel met twintig boxen, waarvan de deuren zijn geschilderd
in de stalkleuren van de huurders. De meeste koerspaarden van vandaag
zijn per trein naar Bloemendaal vervoerd. Ten behoeve van de bezoekers
en de paarden heeft de "Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij"
op de spoorlijn Haarlem-Den Haag een aparte halte "Woestduin"
gemaakt, slechts enkele minuten lopen vanaf de renbaan. Veel bezoekers
en paarden komen uit Den Haag en omstreken.
Boven: De stallen van Woestduin.
Onze favoriet is klaar voor de start.
We zoeken vervolgens een hoge plaats op de mooie open
tribune van de eerste rang, om de koers goed te kunnen volgen. Het
is er nog leeg. De meeste mensen zijn staan nog bij de paddocks,
de bookmakers of de totalisator. Vlak voor de start raakt de tribune
vol.
Boven: De renpaarden gaan al naar het startpunt.
De renpaarden draaien in de verte rond en gaan van
start bij het omlaag brengen van de vlag door de starter. De Engelse
Volbloeds met hun jockeys komen bij onze tribune en stuiven voorbij...
Boven: De paarden passeren eerst de 2e rangs-tribune.
Aan de overkant zien we dat onze favoriet zich niet
in de kopgroep kan handhaven. Op het middenterrein staan wel bomen,
maar niet zoveel dat je door de bomen de paarden niet meer ziet.
Gelukkig hebben wij onze verrekijkers meegenomen, want op de 1535
m lange en 20 m brede grasbaan zijn ze in de bochten wel heel ver
weg en met het blote oog bijna niet te volgen. Daar komen ze aan.
Onze favoriet wordt laatste. Ons geld is voor de bookmaker, maar
we hebben toch een enerverende race gezien. We wagen een nieuwe
kans, nu weer op een draverij...
Boven: De harddravers worden voorgereden in de paddock.
We pikken het mooiste paard eruit, maar ook die mooie
harddraver laat ons helemaal in de steek.
Boven: De dravers gaan de rechterbocht in.
We zien vooraan de grote 1e rangs tribune, dan het sociëteitsgebouw van
de NHenRV en daarachter (nauwelijks zichtbaar) de 2e rangstribune.
In de volgende koers kiezen we de schimmel Czar Peter
II uit als onze favoriet. Hij is een zoon van de Russische hengst
Tabor II, een Orlov-draver, die veel goede dravers in Nederland
heeft voortgebracht.
In de laatste bocht heeft Czar Peter nog de leiding en hij lijkt
te gaan winnen. Op het laatst wordt hij echter met een hoofdlengte
geklopt. Weg centen!
Boven: De laatste bocht, nog 400 meter naar de finish.
In de laatste draverij hebben we de harddraver Prijslooper
voor 10 gulden winnend gespeeld bij de bookmaker. We hebben de grootste
outsider genomen aan 18 tegen 1, in een ultieme poging om deze dag
nog succesvol af te sluiten. Onze kansen zijn natuurlijk niet groot,
maar het wordt nog heel spannend. Prijslooper doet de hele koers
voorin mee, maar winnen zit er niet in. Tweede lijkt het hoogst
haalbare. Het voorste paard gaat echter in galop over de finishlijn
en de jury schakelt hem uit. Nu heeft Prijslooper toch nog gewonnen!
Aan 18 tegen 1! De bookmaker kijkt zuur en betaalt ons 180 gulden
uit.
Boven: Links vooraan de "jurytoren", tweede van
rechts Prijslooper.
Na de koersen gaan we dineren in het Hotel Woestduin,
dat kan er nu wel af. Van de winst kunnen we uitgebreid eten. Het
is druk in de eetzaal. Sommige mensen blijven hier straks slapen
en gaan morgen met de trein naar huis. Wij gaan meteen na de overheerlijke
maaltijd weer terug naar huis. Ons koetspaard staat na al die uren
nog trouw op ons te wachten. Hopen we......
Op weg naar het hotel.
Het korte bestaan van Woestduin:
(Citaat uit het boek van Minkema:) De openingsmeeting vond plaats
op de pinksterdagen 26 en 27 mei 1901 en was zeer druk bezocht.
Woestduin was meteen de belangrijkste draf- en renbaan van Nederland.
Het eerste jaar werden er al niet minder dan 15 meetings gehouden,
alle op zondag. Men ging tot diep in de herfst door met meetings
en dan werden er op het terrein potten met kolenvuur geplaatst waar
de verkleumde toeschouwers zich konden warmen. Een enkele keer was
zelfs de baan bevroren en werd er in de bochten een laagje mest
op aangebracht om de paarden te behoeden voor een uitglijder. De
accommodatie werd voortdurend verbeterd. In 1902 werd binnen de
renbaan een grote trainingsbaan aangelegd van circa 1400 meter lengte.
Verscheidene draf- en rentrainers vestigden zich op Woestduin, zoals
de bekende volbloedtrainer G. Herbst. Ook was er een dekstation
gevestigd waar zowel volbloedhengsten als draverhengsten stonden.
Het koetshuis van het hotel, vanouds bekend als 'De Kazerne', was
ingericht als hotel voor jockeys, pikeurs en stalpersoneel, met
een grote gezelschapszaal en gelegenheid voor 32 logeergasten. Een
trainer trad als hoofd van het huis op. In 1906 verrees bij de paddock
een nieuwe, achthoekige, totalisatorkiosk.
Vanaf 1902 werd de Toekomstprijs voor tweejarige dravers ingesteld,
welke op Woestduin werd verreden en die te beschouwen is als de
voorloper van de huidige Productendraverij. Ook de Sweepstakes voor
dravers is er enkele jaren verreden, toen Clingendaal gesloten werd
en Duindigt nog niet aangelegd was. Datzelfde gold voor de Derby
voor volbloeds. Lang heeft de baan Woestduin niet bestaan. In februari
1909 verboden burgemeester en wethouders van Bloemendaal het houden
van koersen op zon- en feestdagen. Doel hiervan was de beteugeling
van de goklust, die ongekende vormen zou hebben aangenomen. Volgens
de tegenstanders was de baan de "vloek van Kennemerland". Woestduin
ging toen noodgedwongen op zaterdag koersen, maar dat was funest
voor de publieke belangstelling, want op zaterdag moesten de meeste mensen werken. Op 16 oktober 1910 werd de laatste
koers op Woestduin verreden en begin 1911 is het landgoed verkocht.
Er is dus maar 10 jaar gekoerst.
Boven: Het landhuis van Woestduin in 1885, toen de eerste Haarlemse
gemeente-archivaris mr. A.J. Enschede er woonde.
Voordien had o.a. de bekende schrijver Jacob van Lennip er gewoond.
Boven: Rond 1900 is het landhuis van Woestduin omgebouwd tot hotel,
als onderdeel van de renbaan. Na de sluiting van de renbaan in 1910
werd het weer privé bewoond door een rijke familie.
In 1955 is het huis afgebroken.
Boven: Links het koetshuis van Woestduin, omgebouwd tot
jockey/pikeurshotel, rechts de paardenstallen, in 1903.
Boven: Oude tekening op een ansichtkaart.
Boven: Draverij in 1910, het laatste koersjaar van Woestduin.
Boven: Ren in mei 1910.
Bovenstaande foto toont de finish van de
Hartekamp-prijs op 19 juni 1910.
Deze werd gewonnen door Polisson,
een vierjarige vosruin van Mirobolant uit
Primavera, gereden door jockey G. Killick.
Boven: Ansichtkaart van de tribune van Woestduin.
Boven: Defilé voor de tribune.
Boven: De goed bezette tribune in 1901.
Boven: Beeld van een ren op Woestduin d.d. 6-9-1908.
Boven: De wedders drommen samen bij de bookmakers met
hun plankjes op Woestduin in 1907.
Boven: Woestduin in de herfst van 1908.
Boven: Woestduin, de paddock in 1908.
Boven: Volbloeds voor de volgende ren worden getoond in
de paddock van Woestduin op 8-5-1910.
Boven: De rechterstoel van Woestduin in 1907.
Boven: Woestduin: de tribune van de NHRV op 2-11-1907.
Boven: Veiling van enkele paarden van
Jhr. E. van Loon in nov. 1908.
Boven: Bericht uit het weekblad "Revue der Sporten"
van 01-05-1909. Het begin van het einde voor Woestduin.
Dit ondanks dat Prins Hendrik in 1909 nog op bezoek was geweest.
Blijkbaar had de dominee in Bloemendaal meer invloed.
Anderhalf jaar later werd de baan gesloten.
Boven: De renpaarden verlaten de renbaan van Woestduin op 11-05-1910.
Vijf maanden later, op 16 oktober 1910, werd de laatste
koers
op Woestduin verreden.
Boven: De omslag van het herinneringsalbum over Woestduin.
Boven: Op deze kaart zien we de contouren van zowel renbaan
Woestduin (midden onder) als renbaan Zandvoort (linksboven) .
Over Zandvoort is ook een aparte pagina gemaakt met een
prachtige prent.
Daar werd van 1844-1852 gekoerst.
Click hier
Woestduin nu:
Het terrein is na 1910 nooit meer gebruikt voor paardenraces. In 1955 werd het voormalige hotel gesloopt. De achthoekige totalisatorkiosk werd eerst omgebouwd tot een bungalow, maar deze werd in 1940 gesloopt. De fundamenten zijn nu nog zichtbaar. Er zijn planken op gelegd waarop men kan zitten. In 1996 is het landgoed "Oud-Woestduin" in bezit gekomen van het "Noordhollands Landschap" en daarmee voor de toekomst veilig gesteld. Het is vrij toegankelijk. Men kan er de contouren van de renbaan nog herkennen, vooral de noordelijke bocht. Zij zijn ook duidelijk te zien op de onderstaande luchtfoto. De hekken bij de startplaats staan er nog, net als de stallen waar de paarden voor en na de wedstrijd werden gestald. Verderop, aan het einde van de 200 jaar oude eikenlaan, vind je de spiegelvijver, die als een spiegel dient, waardoor de laan langer lijkt. Op de koersdagen werd deze vijver gebruikt als drinkplaats voor de paarden en daarom wordt dit in de volksmond ook wel de "paardenvijver" genoemd.
Boven: Woestduin nu. Vooral de noordelijke bocht is zichtbaar.
De strakke lijn van linksboven naar rechts midden is de spoorlijn.
Op de achtergrond ligt Heemstede.
Bronnen:
-
Historische gegevens over Woestduin komen uit het boek "Draf-
en Renbanen in Nederland", auteur Durk Minkema. De tweede, herziene druk van dit boek is te koop in het NDR-Museum.
- De gegevens over "Woestduin nu" komen uit het tijdschrift van Landschap Noord-Holland.
|