Drafbaan Bergen: 1899 - 1910
Drafbaan Alkmaar: 1914 - heden
Hieronder volgt een artikel van Durk Minkema in het Alkmaarse Drafmagazine,
seizoen 1994, aangevuld met gedeeltes uit zijn boek "Draf- en renbanen in Nederland".
Tachtig jaar drafbaan Alkmaar (in 1994)
Het was op Hemelvaartsdag 21 mei 1914 dat de draverijen voor het
eerst van start gingen op de huidige locatie in Alkmaar. Maar in
feite is de stad Alkmaar al veel langer nauw verbonden met het harddraven.
In de Alkmaarder Hout was een speciaal daarvoor aangelegde baan
op de Harddraverslaan (die er nog steeds is), waar al sinds jaar
en dag een kortebaandraverijen werden gehouden, die duizenden liefhebbers
uit de omgeving trokken.
Kortebaan in Alkmaar
Boven: Dit is de Harddraverslaan/Wilhelminalaan in 1899 in de
Alkmaarder Hout. In de Tweede Wereldoorlog mochten de
straatnamen geen namen van de Oranjes voeren en werd
de
Wilhelminalaan omgedoopt tot Harddraverslaan, omdat daar
altijd kortebaan wedstrijden werden gehouden. Na de bevrijding
werd het weer Wilhelminalaan. De parallel aan de Wilhelminalaan
lopende baan, daar waar de auto's voor het MCA staan geparkeerd,
heet nog Harddraverslaan.
Wedrennen in de Hout (kortebanen)
(uit het boek 'Van Kennemer Hout tot Cultuurpark', door Kees Komen)
Voordat in 1914 de renbaan aan de zuidkant van de Hout in gebruik werd genomen, was de Harddraverslaan de lokatie voor harddraverijen op de kortebaan. Een levendig verslag van een van die harddraverijen vinden we in de Alkmaarsche Courant van 10 september 1825.
'De Harddraverij, welke in het Bosch, even buiten deze stad, heden heeft plaatsgehad, is zeer luisterrijk geweest, achttien van de meest beroemde hardlopende paarden hebben zich den prijs, zijnde eene zeer fraai bewerkte Zilveren Koffykan betwist en het Paard van den Heer A. van der Hoop van Amsterdam, bekend onder den naam van "de Rot" heeft denzelven eindelijk gewonnen.
De zeer bijzondere aangenaamheid en geschiktheid der plaats, zoowel als het buitengewoon schoon weder, hebben zeer veel toegebragt om dezen wedloop voor eene ontelbare menigte van aanschouwers, welke van alle oorden waren bijeengekomen, hoogst aangenaam en belangrijk te maken; en het algemeen genoegen is door geene ongelukken en geene hoegenaamde wanorde of buitensporigheden gestoord geworden.'
Er waren achttien deelnemers, afkomstig uit Amsterdam, Opmeer, Purmerend, Spanbroek en Wognum. Winnaar Van der Hoop nam met twee paarden deel. Hij won de zilveren koffiepot ter waarde van Fl. 250. Alle deelnemende paarden werden vooraf gekeurd op het Doelenveld, 's ochtends om tien uur. De wedrennen begonnen om 1 uur.
Rond 1850 werd de berijder van een deelnemend paard "ruiter" genoemd. In 1886 sprak men van 'pikeurs' en in het jaar daarna van "bestuurder", omdat men toen "tweewielige rijtuigen" ging gebruiken. Rond 1915 werden de kortebaandraverijen in de Harddraverslaan beëindigd.
Boven: Harddraverij in de Alkmaarder Hout, op een steendruk naar
een tekening van J.B. Clermans. Clermans was van 1829 tot 1839
in Amsterdam werkzaam en vestigde zich daarna in Leuven.
Hij beeldde de prijsuitreiking van een draverij op zaterdag
10 september 1825 uit, vermoedelijk in opdracht van de eigenaar
van het winnende paard 'De Rot', de Amsterdamse bankier
Adriaan van der Hoop, die kunstverzamelaar was en
ook van snelle paarden hield.
(Hieronder twee details)
Boven: Rechterdeel van de tekening van J.B. Clermans. Rechts,
boven aan de trap, komt iemand (de burgemeester?) met de
zilveren koffiekan naar voren voor de prijsuitreiking.
De rijder van het winnende paard 'De Rot' is blij en zwaait met zijn pet.
De eigenaar van het paard, de heer Adriaan van der Hoop lijkt in
het midden te staan en hij begroet zijn paard en rijder met zijn
hoed in de lucht.
Boven: Linkerdeel van de tekening van J.B. Clermans.
Het winnende paard 'De Rot' lijkt hier ook in het linkerdeel te staan.
Op onderstaand schilderij staat hij in bijna dezelfde pose.
Boven: De harddraver 'De Rot' bij het koetshuis van Adriaan van der
Hoop in Santpoort. Dit schilderij hangt in het Rijksmuseum in zaal 1.14,
naast een schilderij van een ander paard van Van der Hoop, genaamd
'De Vlugge'. Beide schilderijen zijn gemaakt door de bekende
paardenschilder Anthony Oberman.
Meer informatie over eigenaar Adriaan van der Hoop is
te lezen op zijn eigen pagina. Click hier
Uitslag kortebaanwedstrijd te Alkmaar in 1836
Boven: Winnaar in Alkmaar was de Groningse crack "Goliath" van dhr. Torringa.
De tweede geplaatste "De Molenaar" van A. van der Hoop te Amsterdam.
Renbaan Bergen
(Vervolg artikel Durk Minkema)
De Kennemer Sportclub
Op zondag 2 juli 1899 merkte men in Alkmaar dat ook het draven op
de lange baan de kop van Noord-Holland in haar ban zou krijgen.
Die dag opende de schilderachtig gelegen nieuwe baan in Bergen voor
het eerst haar poorten. De treinen brachten duizenden bezoekers
naar Alkmaar, vanwaar ze met alle mogelijke beschikbare vervoermiddelen
naar Bergen werden gebracht. Op het Alkmaarse station werden de
officials en de sportpers, 's ochtends opgewacht door de voorzitter
van de organiserende vereniging, de Kennemer Sportclub, die zijn
gasten vervolgens op een lunch tracteerde in het Alkmaarse hotel
"De Toelast". Deze voorzitter was niemand minder dan de Bergense
burgemeester Jacob van Reenen, die in de voorgaande winter op zijn
land aan de voet van de duinen een fraaie 800 meter lange gras-baan
had laten aanleggen, welke een jaar later al tot ruim 1000 m. zou
worden verlengd. Dat was aan de vooravond van een grote bloeiperiode
in de Nederlandse draf- en rensport met banen in Wassenaar (Clingendaal),
Bussum (Cruysbergen), Breda (Kazerneterrein), Watergraafsmeer (Oud-Rozenburg),
Groningen (Korreweg) en op het landgoed Vogelzang (tussen Onnen
en Noordlaren).
Sluiting
De bloeiperiode was echter van korte duur. De regering
diende een Zedelijkheidswet bij het parlement in, welke het wedden
bij bookmakers en totalisator verbood, en welke de zondagsrust wilde
bewaren. Deze wet zou begin 1911 worden aangenomen, maar de Kennemer
Sportclub had haar conclusies al getrokken. Die sloot op 30 november
1910 definitief haar baan.
De grote uittocht van paarden en trainers naar het buitenland zou beginnen, waaronder de bekende Bergense trainers
Mees Alkemade en Jan Ensing, die het in Duitsland gingen proberen.
Op de plaats van de baan werd in 1912 het Van Reenen-park aangelegd
en nu lopen er herten en kalkoenen in plaats van dravers.
Boven: De schilderachtig gelegen baan van Bergen.
(ansichtkaart)
Boven: De deelnemers verzamelen zich voor de start.
(ansichtkaart)
Boven: De start is gevallen en de deelnemers
stormen de eerste bocht in.
(ansichtkaart)
Boven: Men koerste in Bergen rechtsom,
zoals toendertijd gebruikelijk was.
Van twee foto's is een ansichtkaart gemaakt om
een 'breedbeeld' te krijgen.
De linkerhelft staat ook hieronder.
Boven: Een koers op 15 october 1904.
(ansichtkaart)
Boven: De overdekte tribune van renbaan Bergen met daarnaast
het afdak met de plankjes voor de bookmakers.
(foto Stok, uit "De Revue der Sporten" 1908.)
Boven: Pagina uit "De Revue der Sporten" met een foto-verslag
van de koersen te Bergen d.d. 25-3-1908.
Tussen haakjes staan de pikeurs.
(foto's Hendriks en Stok)
Boven: Tegenwoordig staat er bij de hertenkamp in Bergen
een plaquette met een tekst over de vroegere drafbaan
op deze plek.
Boven: Ook de naam van een naastgelegen straat in Bergen
herinnert nog aan de vroegere functie van dit gebied.
Drafbaan Alkmaar
Landgoed Kranenbroek
De Kennemer Sportclub, waarvan inmiddels de heer D.J. Govers voorzitter
was, wilde echter weer aan de slag. Op een avond in begin september
1912 werd in de bovenzaal van café Willig in Alkmaar een vergadering
belegd. Na een vurige discussie werd met één stem meerderheid besloten
om dat jaar geen draverij te houden. Doch een comité uit de vereniging
onder leiding van C. Brommer dacht er anders over en organiseerde
op 6 oktober 1912 een 800 meter-draverij op de 580 meter lange trainingsbaan
op het landgoed Kranenbroek (nu Nijenburgh) aan de Westerweg en
de spoorlijn naar Heiloo. Op 20 oktober van dat jaar volgde nog
een tweede meeting op deze baan, die daarna niet meer beschikbaar
was. Vermoedelijk lag deze baan ter hoogte van de huidige gemeente-kwekerij
van Heiloo, op de grens van deze gemeente met Alkmaar.
Nieuwspoortlaan
In 1914 slaagde de Kennemer Sportclub er in een terrein te pachten
tussen de Nieuwpoortslaan en de Zandersloot, waar rondom het voetbalveld
van Alcmaria Victrix een grasbaan van 500 meter lengte en 15 m.
breed werd aangelegd. Dat terrein, nog geen 3 hectare groot, maakt
deel uit van de tegenwoordige locatie en wel de noordelijke helft
van de huidige baan. De lange zijde van de baan, voor zover men
daarvan bij een 500-meter baan kon spreken, lag oostwest en de paddock
met een open tribune en een tent aan de zuidkant. Aan de noordkant
van de baan, die geheel met matten, schuttingen en geboomte was
afgezet, lag het 50-cents terrein voor de minder bedeelde toeschouwers.
De baan was aan de binnenkant slechts met palen zonder touwen afgezet
en na iedere koers verzamelden de paarden zich op het middenterrein.
De vereniging gaf 60 aandelen van f 50,- uit, waarvoor men tevens
recht op vrije toegang met dame had. Men ging op Hemelvaartsdag
21 mei 1914 van start met een 800 meter-draverij, op Tweede Pinksterdag
9 juni 1914 gevolgd door de eerste langebaan-draverij. De eerste
koers werd gewonnen door de 6- jarige bruine hengst Bandage, een
zoon van Fleetwood S, gereden door J.A. Bakker uit de Wieringerwaard,
welke rijder later onder de naam Jan Bandage door het leven zou
gaan en die de grootvader is van de nu op de Alkmaarse piste graag
geziene Jan (Pet) Bakker.
Boven: Advertentie uit de Alkmaarsche Courant
van 19 mei 1914, ter gelegenheid van de
eerste meeting op de huidige locatie.
Boven: Auto (met C. Ockhorst) behaalt als 10-jarige de zege in
de Wilhelmina-prijs te Alkmaar in 1917.
In de tekst staat: "Zoo waren Zondag op het aardige baantje
van Alkmaar met haar koddig tribunetje weer veel
belangstellenden aanwezig ....."
Boven : Amie wint met Tj. Witteveen te Alkmaar.
De juryleden kijken vanaf 'de toren' of alles goed gaat.
Omdat het baantje zo klein was raakten de pikeurs de
tel nogal eens kwijt. Daarom werd bij het ingaan van de laatste
ronde een bel geluid en een goed zichtbare rode mand aan de finishpaal
gehesen.
Hoewel in 1914 de eerste wereldoorlog uitbrak en ten gevolge van
de afgekondigde mobilisatie de derde meeting dat jaar niet kon doorgaan,
breidde het jaarlijkse aantal draverijen zich gestadig uit en bedroeg
in 1917 al zeven meetings.
Gemeentelijk Sportpark
In december 1918 werd het harddraverij- en voetbalterrein bij inzet
en toeslag geveild. De Kennemer Sportclub, die het terrein ook voor
1919 nog gehuurd had, vond de inzet van f 20.320,- ,waarbij nog
f 250, voor de overname van de hekken kwam, echter te hoog voor
een baan, die zij eigenlijk te klein achtte. Gelukkig kocht de gemeente
Alkmaar het terrein, zodat de voortgang der draverijen gegarandeerd
was. Nadat de gemeente in 1919 nog verschillende aanliggende percelen
in eigendom verwierf, besloot zij op het nu 6,5 ha. grote terrein
een nieuw sportpark aan te leggen. Er kwam een grasbaan van 680
meter lengte rondom een drietal voetbalvelden. De kosten voor de
aanleg van het sportpark hadden f 115.000,- bedragen, waaronder
f 63.000 voor de grond-aankoop. De Kennemer Sportclub huurde de
baan gedurende 3 jaar voor f 3000,- per jaar. De nieuwe baan werd
op Hemelvaartsdag 13 mei 1920 officieel ingebruik genomen en de
eerste koers op deze nieuwe baan werd gewonnen door de 3- jarige
voshengst Koerier, gereden door de zeer bekende pikeur Kees Ockhorst.
Er was toen alleen nog een open tribune, die later in het jaar gedeeltelijk
overdekt zou worden. Ook werden er vanaf 1921 motorraces op de baan
gehouden, die razend populair waren en waarvan de omwonenden profiteerden
door tegen forse prijzen parkeerruimte te verhuren.
In het laatst van de twintiger jaren begonnen voor de Sportclub
zorgelijke tijden. De commissaris van politie van Alkmaar begon
een fanatieke jacht op clandestiene bookmakers en wedders, waarvoor
iedere meeting tientallen politiemensen en rechercheurs op de baan
aanwezig waren. Het werd zo erg dat het publiek uit protest voor
de meeting van 22 juli 1928 zelfs massaal wegbleef. Gelukkig kon
de Kennemer Sportclub in verband met het teruglopende bezoek begin
1929 een gunstiger contract met de gemeente afsluiten.
Boven: Het gemeentelijk sportpark van Alkmaar in 1920.
Op de plaats waar thans de overdekte tribune staat,
houdt de heer D. Govers van de Kennemer Sportclub
zijn openingstoespraak op een verhoging.
Boven : Miss Everharda op weg naar de overwinning op Alkmaar
in 1925, gevolgd door Moquet.
Nieuwe tribune
In 1930 werd een nieuwe, overdekte, tribune gebouwd voor f 60.250,-
en deze staat er nu nog steeds. Wel werd later (oktober 1965) de
overkapping van de tribune aan de voorkant verlengd, zodat zij het
terrein voor de tribune tot aan de baan overhuift. De ingang naar
de baan was aan de Nieuwpoortslaan achter de tribune, tot deze werd in
1933
verplaatst naar de huidige plek met de aanleg van de Sportlaan.
Boven: De nieuwe tribune, in 1929 ontworpen door de bekende
Alkmaarse architect Jan Wils, die ook het Olympisch Stadion
ontwierp. Hij is ruim zeven meter hoog en 77 meter lang.
In het midden bevindt zich de eretribune voor gasten en
bestuursleden. In de hoge muur van de eretribune bevindt zich
een verdiept gelegen en via een trap van vier treden bereikbare
toegang tot de onderliggende vertrekken. Deze brede ingang
en de trappen ter weerszijden van de eretribune zijn vanaf
het veld toegankelijk via een opening halverwege de voormuur
van de tribune. De muur aan de voorzijde is relatief hoog
opgetrokken omdat de ruimte ervoor aanvankelijk werd
gebruikt voor staanplaatsen. In de muur bevinden zich
paarsgewijs
geplaatste liggende vensters voorzien van glazen bouwstenen
(door Wils eerder toegepast in de marathontoren van
het Olympisch Stadion).
|
Boven: De tribune met het "zwevende"dak in 1930.
Het sportcomplex was bedoeld voor meerdere sporten:
drafsport, voetbal, wielrennen, speedway.
Oude afbeeldingen van deze sporten zijn
nu nog te vinden in de grote hal.
Boven: De overkapping werd aan de voorkant niet ondersteund,
waardoor er een vrij uitzicht op de sport-activiteiten was.
Ook de achterzijde was open. Het dak lijkt te zweven.
Omdat het soms wel erg tochtte, werd na een jaar op advies
van Wils de zijkant en de achterkant dichtgemaakt.
Boven: Achterkant van de nieuwe tribune in 1930.
De trappen zijn er nu nog, de toegangsdeuren trouwens ook.
Onder de tribune bevonden zich, bars en toto-loketten.
Boven: Tekening van de doorsnee van de tribune in 1930.
Vóór de tribune zijn getrapte staanplaatsen.
Boven: Kruger zegeviert hier voor een bomvolle tribune
in Alkmaar, op 22-5-1949, voor Limbus en King Spencer.
Boven: Narciso van Zora (J. Wagenaar sr) houdt Larus S
achter zich. Alkmaar, 20 mei 1951. De zijkant en de achterkant
van de tribune zijn al in 1931 (een jaar na de opening)
dicht gemaakt.
Boven: In de jaren 30 van de vorige eeuw werden er ook speedway
motorraces gehouden op de Alkmaarse grasbaan. Dat gebeurde altijd
na
de laatste koersmeeting van het seizoen, want de grasmat werd
vaak volledig verwoest. Door de steeds hogere sneldheden werden
de races steeds gevaarlijker voor de deelnemers en het publiek.
In 1937 viel er onder de motorrenners een dode te betreuren.
De artsen weigerden daarna nog medische assistentie te verlenen
tijdens de races en het publiek moest verder van de baan af staan.
Het spectakel verloor steeds meer belangstelling en is na de
oorlog afgeschaft, mede doordat de grasbaan werd vervangen
door een sintelbaan.
Architect Jan Wils
(intermezzo HH)
Architect Jan Wils (Alkmaar 1891 - Voorburg 1972)
Deze architect sloot zich rond 1910 aan bij de groep kunstenaars
die vernoemd was naar het blad "De Stijl" van Theo van Doesburg.
Daarbij behoorden ook Bram van der Lek en Piet Mondriaan, en later sloten
zich aan de Belg Vantongerloo en de architecten Van 't Hof, Oud
en Rietveld. Hun inspiratiebronnen waren Berlage en Frank Lloyd
Wright. Jan Wils werd ook wel Frank Lloyd Wils genoemd en dat is duidelijk aan zijn bouwwerken te zien. Als zoon van een Alkmaarse aannemer was hij zijn carrière begonnen met het ontwerpen van enkele gebouwen in zijn geboorteplaats Alkmaar. Hij ontwierp later in zijn Haagse periode o.a. het bekende wooncomplex De Papaverhof in Den Haag. Zijn reputatie dankt hij vooral aan zijn latere Amsterdamse jaren met het ontwerp voor het Olympisch Stadion in Amsterdam (geopend in 1928) en de ernaast gelegen Citroën-garages. In die tijd ontwierp hij ook de tribune van de Alkmaarse drafbaan (geopend in 1930) in de trant van het Nieuwe Bouwen met één van de eerste kolomloze ijzeren kapconstructies in Nederland, waardoor de toeschouwers niet in hun zicht worden beperkt. Het dak lijkt te zweven. De overdekte tribune met 1100 zitplaatsen werd gebouwd in opdracht van het gemeentebestuur van Alkmaar als onderdeel van het gemeentelijke sportpark. De keuze voor Wils lag voor de hand: hij had het Olympisch Stadion ontworpen en was bovendien Alkmaarder van geboorte. De tribune belichaamde de eisen die Wils aan de bouwkunst voor sport stelde: "De architectuur op sportgebied moet licht, luchtig, strak van lijn, lenig en gespierd, speels en toch zakelijk zijn". De aanvankelijk open tribune werd, na tochtklachten, op advies van Wils in 1931 aan de zijkanten met een glaswand en aan de achterzijde met luiken afgesloten. De unieke dakconstructie is één van de redenen waarom de tribune in 2002 tot rijksmonument is uitgeroepen. Ook voor de stad is de tribune van belang omdat architect Jan Wils in Alkmaar is geboren en opgegroeid.
In 2016 heeft de stichting ‘AlkmaardersopdeKaart’ een wandelroute ontworpen, waarmee je langs 13 gebouwen in Alkmaar kunt lopen of fietsen, die verband houden met architect Jan Wils. Deze route eindigt (natuurlijk) bij de Alkmaarse tribune. Eind april 2016 is deze wandelkaart officieel gepresenteerd in de VIP-ruimte in de tribune en hij is op verschillende plaatsen in Alkmaar te verkrijgen, o.a. in het Stedelijk Museum.
(Vervolg Minkema)
Paardensport comité Vooruit
Door de economische crisis geraakte de Kennemer Sportclub steeds
dieper in de financiële problemen en vanaf 1936 noemde zij
zich al Kennemer Sportclub "in liquidatie". In 1938 overleed
de voorzitter D.J. Govers en dat betekende ook het definitieve einde
van de Sportclub. Haar activiteiten werden gelukkig voortgezet door het Paardensport-Comité
"Vooruit", officieel opgericht 28 mei 1939, waarvan het
bestuur praktisch geheel gevormd werd door het bestuur van de bloeiende
(1300 leden!) Harddraverij Vereniging Prins Bernhard uit Beverwijk
met Appie Blom Hzn. als voorzitter. Het Comité, later Paarde
Sport Vereniging "Vooruit", lapte geld bijeen en ging
op 2de Pinksterdag 1939 van start. Spoedig brak de tweede wereldoorlog
uit en dat bracht een grote opleving van de drafsport met zich mee,
zeker na de herinvoering van de totalisator in 1941, die sinds 1911 verboden was geweest. Op Pinksterzondag
1943 telde men zelfs meer dan 10.000 bezoekers! De accommodatie
voor de toto-loketten werd steeds uitgebreid, ook op de tweede rang
aan de Zandersloot aan de overzijde. Op 4 augustus 1943 werd bij
wijze van proef een ren op de grasbaan gehouden, die zo goed slaagde,
dat ook in 1946, '47 en '49 af en toe een ren gehouden werd.
Sintelbaan
Gedurende de lange strenge winter van 1946/47 werd de grasbaan in een sintelbaan
omgezet, waarbij aan de buitenkant een smalle strook gras voor de
rennen overbleef. Ook kreeg het bestuur haar paviljoentje op de
heuvel. In het voorjaar van 1958 werden in de oude boerderij aan de zuid-oost kant van de baan nieuwe boxen gebouwd, waarin de trainer Arie Tesselaar zijn intrede nam. Ook Roel van Wieringen huurde enkele boxen. Twee jaar later werden zij opgevolgd door Tom Kooyman. In 2003 brandde deze boerderij met zijn rieten kap, die op het punt stond op de monumentenlijst geplaatst te worden, tot de grond toe af.
Pas in de winter van 1964/65 werd
de sintelbaan vervangen door een kunstbaan van 658 meter lengte
met als toplaag een dikke zandlaag, later vervangen door een schelpenlaag
en in het voorjaar van 1991 door een nieuwe toplaag van leisteen
en kalk. De baan is steeds sneller geworden en het baanrecord staat
nu (1994) met een km.tijd van 1.16,0 op naam van Action Skoatter,
op 18 juni 1990 gevestigd met haar vaste pikeur Appie Bosscha. Ook
de accommodatie werd voortdurend aangepast. Een grote stap voorwaarts
was de bouw van de overdekte en verwarmde totohal in het voorjaar van 1882 tegen
de achterkant van de tribune en uiteraard de op 2 mei 1990 in gebruik
genomen baanverlichting, die de avond-koersen hebben mogelijk gemaakt.
Toch vonden er op het Alkmaarse ovaaltje al veel eerder draverijen
bij kunstlicht plaats en wel op zondagavond 6 oktober 1946 toen
de firma Plaaier uit Dordrecht een tijdelijke verlichting had aangebracht.
Boven: Lady Heny met Frits Bosveld op Alkmaar 10 april 1949.
In de verte de boerderij met zijn rieten kap,
waarin in 1958 nieuwe
boxen werden gebouwd voor trainer Arie Tesselaar, twee jaar later
opgevolgd door Tom Kooyman. Boven de finishpaal is de rode mand
gehesen, ten teken van de laatste ronde.
Boven: Louis Axkit (rechts met W. Geersen) is hier in duel met
Joe Axkit (wordt 4e met F. Bosveld) en zal de Limmen-prijs
winnen in Alkmaar op 22-5-1949. We zien ook de
rechterstoel uit die jaren.
Boven: In 1965 is de overkapping van de tribune aan de
voorkant verlengd, zodat zij het
terrein voor de tribune
tot aan de baan overhuift. Dit is gedaan omdat de
staanplaatsen voor de tribune inmiddels waren vervangen
door verplaatsbare zittribunes. De zijkanten en de achterkant
waren al eerder dicht (in 1931) gemaakt om het publiek
meer beschutting te geven.
Boven: Jaap Werners als baanspeaker te Alkmaar op 27-8-1978.
Boven: Ook de bankjes in de bocht waren bij goed weer
vol bezet.
Boven: Luchtfoto van het gebied rond het drafcentrum.
Midden in de Alkmaarse Hout zien we het oude
AZ-stadion, dat rond 2010 is gesloopt en plaats
heeft gemaakt voor appartementen-complexen.
Vaste waarde
Door de jaren heen heeft de drafbaan Alkmaar haar aantrekkingskracht,
mede door haar gezelligheid, behouden. Het is de op één
na oudste koersbaan van Nederland, ontstaan op het dieptepunt in
de geschiedenis van de Nederlandse drafsport, kort na het rampzalige
totalisatorverbod en in het jaar dat de eerste wereldoorlog uitbrak.
Zij heeft de grote crisis der dertigerjaren en de tweede wereldoorlog
doorstaan. Het is de enige baan in Nederland die ieder jaar vanaf
haar oprichting ononderbroken gekoerst heeft, kortom een vaste en
niet meer weg te denken waarde in ons drafsportgebeuren. Een baan
met zo'n overlevingskracht kan probleemloos nog eens 80 jaar mee.
(Einde citaat van Durk Minkema in het Alkmaarse Drafmagazine uit 1994 en hieronder het vervolg uit Minkema's boek:)
De volgende 10 jaar (1994-2004)
Intussen was de vaste maandagavond bijzonder populair geworden bij de Noord-Hollandse drafliefhebbers. Omdat door het wegvallen van de drafbaan van Hilversum de zondagsmeetings vrijkwamen, koerste Alkmaar vanaf het najaar van 1999 het gehele jaar rond, eenmaal per week.
Om het de toeschouwers in de winter wat aangenamer te maken werd de tribune diezelfde winter deels van glas
voorzien. Ook voor de pikeurs en paarden werd de baan vriendelijker en vooral veiliger, toen in december 2000 de gevaarlijke vaste reling vervangen werd door flexibele plastic paaltjes.
De Paardensport Vereniging 'Vooruit', vanaf november 2001 gefuseerd met de Paarden Sportvereniging Hilversum,
heeft met de gemeente Alkmaar een erfpachtovereenkomst tot en met 2039. Alkmaar is anno 2004 de kleinste baan
van Nederland. Toch wordt er jaarlijks de langste draverij van Nederland verreden, de vier en een halve kilometer
van Alkmaar, die bijzonder populair is.
ALKMAAR rond de eeuwwisseling:
Met verwarming en baanverlichting heeft Alkmaar eind 1997
de winterfunctie van de verdwenen drafbaan Hilversum overgenomen.
Boven: Het gezelligste baantje van Nederland, het "ovaaltje".
(foto's Wim Huybers)
Boven: Hier is de tribune aan de voorzijde nog helemaal open.
De kreet "elke maandag Alkmaar drafgezellig" was
bedacht door speaker/baanmanager Bert Smits.
Boven: Later is een glazen scherm voor de zittribune gemonteerd,
met klapdeurtjes. Alleen de bovenste helft onder het dak bleef open.
De Hippodromers-merrie Ritzy Boko wint hier een Stakes-koers met
de in Alkmaar geboren en getogen Tom Kooyman.
Boven: Nog een beeld van de tribune in de jaren na de eeuwwisseling.
Er is een glasscherm voor de onderste zitplaatsen geplaatst.
2010:
Herstel in oude glorie van de monumentale tribune:
Na de eeuwwisseling zijn er serieuze plannen gemaakt om de drafbaan te verplaatsen naar West- of Noord-Alkmaar (Geestmer-ambacht), maar dat is allemaal niet doorgegaan omdat de monumentale tribune moest worden behouden en de voetbalclub Jong Holland op op die locatie (middenterrein) moest blijven voetballen. Verplaatsen van de drafbaan zou te kostbaar zijn geworden en de gemeente Alkmaar had er geen geld voor.
Bij sluiting van haar baan in Hilversum kreeg de PSH miljoenen om een nieuwe baan aan te laten leggen in de omgeving. Dat lukte niet met de beoogde drafbaan in Almere. Later is de PSH gefuseerd met de PSV 'Vooruit' van Alkmaar en ze kregen een nieuwe naam, de PSHA. Met de Hilversumse miljoenen is de tribune van Alkmaar in 2010 ingrijpend gerenoveerd en geschikt gemaakt voor wintermeetings en een aangenaam verpozen voor het publiek. De kenmerken van het bouwwerk en zijn bijzondere dakconstructie zijn in de oude glorie hersteld.
|
Boven: Schets-ontwerp van architect Sander Douma in 2009.
Een deel van de tribune moest van Monumentenzorg open
blijven, zoals in het oorspronkelijke ontwerp van Jan Wils,
de rest mocht glasdicht worden gemaakt.
De (rode) staalconstructie moest in het zicht blijven.
Het dak moest weer zweven.
Boven: De verbouwing. Eerst werd het dak verwijderd.
Boven: De bijzondere draagconstructie kwam weer in zicht.
Allemaal metalen klinkwerk.
Boven: Na de heropening, begin 2010, ziet de tribune er
van buiten weer net zo uit als in 1930. Het voorste deel
(ca. 1/5 deel) heeft de oude trapsgewijze tribune-opbouw
met kuipstoeltjes.
Daarachter een glasdicht bargedeelte.
De kopse kant en het deel aan de achterzijde onder de kap
zijn nu van glas, waardoor het dak weer lijkt te zweven
zoals oorspronkelijk bedoeld door Jan Wils, in 1930.
Boven: Vrij zicht vanuit het open tribunegedeelte.
Boven: Naast de bar is er een aparte ruimte voor de pers,
net als vroeger, maar nu met internet-aansluiting.
Dit is de plek van de vroegere eretribune.
Boven: Naast de perstribune een groot restaurant
met twee niveaus.
Boven: In het restaurant is het 's avonds goed toeven.
Lekker warm, mooi verlicht, goede catering.
Boven: Aan de achterzijde is een glazen entree gemaakt
met een lift naar het restaurant.
De oorspronkelijke
trappen
zijn er ook nog steeds en de oude toegangsdeuren ook.
Boven: De oude totohal aan de achterkant van de tribune is ook
opgeknapt, met een kleurrijk plafond en een bar. De hal staat in
verbinding met de ruimtes onder de tribune: Techniekruimte,
wedkantoor, VIP-ruimte en snackbar.
Boven: Ook het stallenterrein is opgeknapt.
Nieuwe stallen geven comfort aan mens en paard.
In 2014 bestaat de drafbaan 100 jaar en
Drafcentrum Alkmaar is klaar voor een nieuw tijdperk.
Boven: Toen er op andere banen geen plaats meer was voor de
Hall of Fame-borden van de Nederlandse topdravers als Henri Buitenzorg
en Action Skoatter, vonden de borden een mooie plek
in de Alkmaarse tribune.
Boven: Zo ziet het complex er sinds de grote verbouwing uit.
Strak en comfortabel, met behoud van het monumentale
erfgoed.
2018:
Baanbestuur in de problemen
Nadat de eerste twee koersdagen van 2018 waren gepasseerd kwam het verontrustende bericht dat de rechter na jarenlang procederen een claim van de Belastingdienst op de PSHA
had toegekend en dat daardoor de kas van de baanvereniging helemaal leeg was. Er werd niet meer gekoerst in Alkmaar. Misschien nog wel de Viereneenhalve Kilometer later in het jaar. Achter de schermen zijn toen enkele regionale liefhebbers in actie gekomen. Halverwege 2019 hebben ondernemer Kees de Groot (C.A. de Groot BV) en liefhebber Robin Goudsblom de stichting SEDA (Stichting Exploitatie Drafbaan Alkmaar) opgericht. In 2019 hebben zij nog 2 meetings georganiseerd, die rond de Viereneenhalve Kilometer op 6 oktober en jaarafsluiting op zondag 29 december.
In 2020 werden 6 koersdagen gepland, niet meer op de maandagavond, maar op zondagmiddag. Vanwege de Corona-pandemie gingen er 5 door.
De baan heeft nog wel de koosnaam "Ovaaltje", maar wordt officieel vernoemd naar de sponsor: de Alkmaar ZEturf Arena.
Stukje geschiedenis uit 1914
Hieronder volgt nog een stukje van Durk Minkema uit het Alkmaarse Drafmagazine, seizoen 1994. Hoe het allemaal begon, met enkele bekende namen. Opvallend genoeg gebeurde dit in het totoloze tijdperk, dat in 1911 begon.
Handicap-draverij in 1914
Onder deze kop verscheen in de Alkmaarsche Courant van 13 juli 1914
het navolgende verslag van handicap-draverijen te Alkmaar:
Het is gisteren gebleken dat het weer voor harddraverijen ook te
mooi kan zijn. Blijkbaar hebben toch vele liefhebbers van paardesport
uit stad en de omgeving opgezien tegen het branden der zon op de
baan aan de Nieuwpoortslaan. Nu, wie er waren zijn flink door de
zon geblakerd, tenzij ze een plaatsje gezocht hadden op de overdekte
tribune, die goed beschermde tegen de zonnestralen. Gelukkig echter
bracht het windje af en toe enige verkoeling, zoodat ook zij, die
voordurend op of langs het veld stonden, het niet zoo hard te verdragen
hadden, als bij bladstil weer het geval was geweest. Het verloop
van beide draverijen was uitstekend. Wel werd er over het geheel
onzuiver gedraafd - diskwalificaties kwamen nog al eens voor - maar
ongelukken hadden er niet plaats. Van de twintig ingeschreven paarden
verschenen er telkens zestien aan den start".
De inschrijving voor den Zomerprijs luidde aldus:
1. De Dame, 4 j. br. m. eig. A. de Ridder (Purmerend) 700 m,
2. Devonee, A.J.P. v.d. Kroon (Abcoude) 710 m,
3. Eminentie, J. Stammes (Nieuwe Niedorp) 700 m,
4. Dolgorouki, C. Kooiman (Nieuwe Niedorp) 740 m,
5. Clemence, J. v.d. Zei (Broekerhaven) 730 m,
6. Colorado, P. v.d. Wal (Hoofddorp) 740 m,
7. Astreer, P. Kramer (Stompetoren) 740 m,
8. Adria, D. de Leeuw (Amsterdam) 700 m,
9. Aura, H. Verdegaal (Lisse) 780 m,
10. Dorathea, J. Riethoven (Leiden) 700 m,
11. Catriena R, A. de Ridder (Purmerend) 730 m,
12. Keesje S, Z. Davidson (Hoorn) 730 m,
13. Vitesse, N. Schermerhorn (Alkmaar) 750 m,
14. Bandage, J.A. Bakker (Wieringerwaard) 730 m,
15. Gastro, A.P.J. v.d. Kroon (Abcoude)740 m,
16. Charlotte Conday, D. de Leeuw (Amsterdam) 700 m,
17. Adriaan, M. de Leeuw (Watergraafsmeer) 760 m,
18. Hetha, C. Harmeijer (Beverwijk) 710 m,
19. Cruquius Smaragd, N. Schermerhorn (Alkmaar) 740 m,
20. Alexandra, P. Hoek (Alkmaar) 700 m.
Niet opgekomen:
Dolgorouki, Aura, Catriena R en Cruquius Smaragd.
Bij vieren werd gereden. Na den eersten oomloop bleven aan, de nummers
2, 5, 6, 8, 13, 14, 15, 16, en 18. In den derden rit gingen Vitesse
en Bandage tegelijk achter Gastro aan over de finish.
In den laatsten rit werden aanvankelijk 17 en 18 als winnaars aangegeven,
het bleek echter, dat de jury zich in de kleuren had vergist -
zou het niet mogelijk zijn, dat de kleuren der berijders in 't programma
werden vermeld? Ook voor het publiek zou dit gemak opleveren wanneer
dit geschiedde en daaraan de hand werd gehouden, zodat verwarring,
gelijk nu al eens voorkwam, voorkomen werd en dat niet Charlotte
Conday doch Adriaan wegens onzuiveren gang bestraft moest worden.
In den volgenden rit liepen er telkens 3, n.l. 2, 5, 6, en 8, 13,
14 en 15, 16, 18. Toen kwamen tegen elkaar 5, 6, 13, en 14, 15,
16. De nummers 13 en 14 vielen af. In het gelid kwamen dus Clemence
(berijder Stadegaard), Colorado (berijder Siderius), Gastro (berijder
J. de Boer) en Charlotte Conday (berijder Schipper). De koers was
voor Colorado ( 150,-), Gastro beliep de plaats ( 75,)
terwijl Clemence 50,- voor Charlotte Conday 25,- was.
Mooi op tijd waren de goedgeslaagde courses afgeloopen. Den 30sten
augustus zullen er weer draverijen worden gehouden op deze mooie
baan, welke ook nu ten zeerste werd geprezen".
Aldus de Alkmaarsche Courant van 13 juli 1914.
(Einde citaat van Durk Minkema).
Een hoef van de onder nr. 5 lopende Clemence behoort tot de museumstukken van het NDR-Museum.
Er is een mooie asbak van gemaakt, die jarenlang in de woonkamer
van de fam. De Vlieger heeft dienst gedaan.
Verwante artikelen:
Roel van Wieringen, trainer/pikeur uit Alkmaar
Henk Geels, beroemde baanmanager
De Viereneenhalve Kilometer van Alkmaar
|