NDR

Hoofdmenu
Archief:

Home

Nieuws

Organisatie

Bibliotheek >

Fototheek

Discotheek

Videotheek

Museum

Geschiedenis


Gedichten van CLAUDY:
de "Brandnetels"


Boeken

Karikatuur van
SIMON DANIËL KLOUWENS, alias Siem CLAUDY,
met een bosje brandnetels in zijn hand

Zoals ons land de "dichter des vaderlands" heeft, zo had de drafsport in het interbellum (tussen de beide wereldoorlogen) een eigen dichter. Wekelijks maakte hij een gedicht over de drafsport, genaamd "Brandnetel".

SIMON KLOUWENS is begonnen met “netelen” direct in het eerste nummer van het weekblad “Paard & Paardenwereld” van oktober 1922. Hij was door W.F. Smits, de latere hoofdredacteur, gevraagd om mee te werken aan nieuw blad. Daarvoor had Klouwens al een aantal bijdragen geleverd aan een sportblad van een andere sportbond. Hij is, na zijn laatste Brandnetel nr. 937 in het eerste nummer van 1941, in een Haags ziekenhuis overleden op maandag 27 januari 1941. Deze laatste bijdrage van zijn hand staat onderaan deze pagina, alsmede het overlijdensgedicht van de directie van Ten Hagen’s Drukkerij en Uitgevers Mij.

Door Harry van der Veen, één van de vrijwilligers van het NDR-Archief, zijn de meeste gedichten van Claudy gedigitaliseerd. Een aantal hiervan wordt via deze website gepubliceerd. Zie hieronder.

Boeken

Advertentie in "De Paardenwereld" 1925:
Je kon Claudy ook inhuren, net zoals zijn
inwonende kaartlegster.


De gedichten van Claudy

(de dichter des draverlands)

De volgende werken van de drafsportdichter staan op deze website:
Onderstaande zijn gedichten van rond de Kerst/Nieuwjaar:
(Sommige zijn verrassend actueel, zoals nr. 163!)
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 7 - 1922: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 59 - 1923: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 110 - 1924: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 111 - 1924: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 163 - 1925: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 216 - 1926: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 266 - 1927: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 319 - 1928: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 320 - 1928: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 371 - 1929: Click hier
- geplaatst op 23-12-2014: Brandnetel nr. 424 - 1930: Click hier


Het laatste gedicht van Claudy, nr. 937 in de rij van wekelijkse bijdragen, staat hieronder. Het is hoogstwaarschijnlijk gemaakt op z’n ziekbed en gepubliceerd in het weekblad "Het Paard", bij de jaarwisseling van 1940-1941:
(tussen haakjes en cursief
staat hier en daar
van de website-chief
wat commentaar
)

BRANDNETEL 937. 
(Gelukkig Nieuwjaar!! ).

Wanneer je, zooals ik, geschroeid bent
Door ’t heilig paardendichtersvuur;
En krijg je dit al jong te pakken,
Dan is ‘t gedaan met Ma Natuur
Dan stapel je voor paard en menschen
De verzen week’lijks op elkaar
En komt het meeste in extase
Bij ‘t woord “Gelukkig Nieuwjaar!”

“Gelukkig Nieuwjaar!” Dit feestwoord
Klonk ieder jaar door ‘t paardenland;
En ‘t was de plicht van uwen dichter
Dit vast te leggen in de Krant.
Je schreef geen enkel jaar hetzelfde
Koos ieder jaar een ander beeld,
Ik weet dat enk’le paardenmenschen
Zoo’n “dichtje” hebben meegedeeld.

Wie weet het nog “De Gouden Schakel!”
Waarin het scheidend Oudejaar,
Het Nieuwejaar iets fijn ter hand stelt,
Eén kleine smalle schakel maar.
“Hier neem dit”, zei de Oude lachend,
“En geef het weg ter zijner tijd”,
Dan kan zoo’n onaanzienlijk schalmpje
Een schakel zijn voor d’eeuwigheid.

Dan ‘t Oudejaar dat afgelost werd
Door al te jonge spring-in-‘t-veld;
En die in zijn kortstondig leven
Nooit op z’n nummer was gesteld.
En dan de cracks van ied’re jaargang,
‘t Zij imports, exports, al te gaar,
Die men vanzelf een lied zou wijden,
Op ‘t steeds herkeerend Nieuwejaar.

Het Nieuwejaar is ingetreden
Wij paardenmenschen wachten af,
Wat het zal brengen in de wereld
Van volbloedsport en van den draf.
Eén ding zal iedereen wel weten,
Al gaat ‘t niet ieder naar den zin,
Er zit, al schijnt het soms wat pijnlijk,
Een ongekende werking in.

De Sweepstake is niet meer illusie,
Er wordt krachtdadig aan gewerkt,
De “Toto” is niet slechts een praatje,
Komt zekerlijk terug, versterkt.
Betreedt in 1941
Het hier nog wel wat smalle pad,
Gij hebt nu in ons zedig Neerland,
Liefst dertig Jaren rust gehad.        (de toto was verboden sinds 1911)

Gelukkig Nieuwjaar, trouwe lezers,
Met vrouw en kind en Uw gezin,
Misschien trekt juist dit vreemde Nieuwjaar,
U nog het coursenleven in.
Bekijkt gerust de andere sporten,
De draversport en fokkerij
Is heusch een trap omhoog geklommen,
Staat niet meer in de derde rij.

Het nieuwe jaar is ingetreden,
Wij wachten (niet mismoedig) af,
Dat het dit jaar iets goeds zal brengen
Voor Neerlands oudste sport, “de Draf”.
Hier drage ieder die het wel meent,
Zooals altijd, een steentje bij,
De grooten doen vanzelfs wat grooters
En helpen ons vast met een kei !!

Claudy


Uit "Het Paard", d.d. 30-01-1941:
IN MEMORIAM: CLAUDY

Siem Claudy, onze neteldichter,      (Siem Claudy was de bijnaam van)
Eindigde zijn aardsch bestaan,       (de dichter Simon Daniël Klouwens)
Hij is nu, als zoovelen vóór hem,
Ook door de donk’re poort gegaan.

Zeer velen uit de paardenwereld,
Staan zwijgend thans bij zijne baar,
Heel ernstig, somber vóór zich starend,
Zij voelen het verlies thans zwaar.

Sinds November twee en twintig
Schreef hij in ons paardenblad,
Waar hij als de neteldichter
Steeds zijn vaste plaatsje had.

Achttien Jaren, bijna duizend
Netels, week’lijks neergepend:
Om zóó lang frisch te blijven,
Dat verdient een compliment!

Want frisch, dat is hij steeds gebleven,
En velen grepen iedere week
“Het Paard” en links op ’t achteromslag,
Dát was waar men het eerst naar keek.

En niet alleen zijn draversvrienden,
Ook fokkers, ruiters enzovoort,
Zijn door zijn fijne humor-dichten
Ontelb’re malen sterk bekoord.

Hoe moeten wij hem U beschrijven?
Hoor, hoe hij in zijn “Zelfportret”,
Gemaakt voor onbekende vrienden,
Zichzelf eens heeft te kijk gezet:

“M’n type heeft geen cent pretentie,
“Ik heb niet eens ‘n dichtersblik,
“’k Heb zelfs wat last van corpulentie
“En welke dichter is nu dik?.........

“Maar daarom heb ik niet te klagen,
“Ik heb wat geest, veel vrijheidszin,
“’n Open hart - - -  en soms bij vlagen
“Voel ik daar heerlijk zonlicht in.

“Dat lichtje is dan niet te dooven,
“Het helpt me altijd bij mijn werk,
“Geen menschenhand kan ‘t mij ontrooven,
“Dat nietig lichtje maakt me sterk”.

Hij was een groote, zware kerel,
Zijn hart, ach, dat was heusch héél klein,
Met ‘n hart’lijk woord en wat waardeering
Kon hij zoo kinderlijk blijde zijn.

Vaarwel dan, trouwe medewerker,
Op veler lippen ligt de beê,
Nu jij je strijd hebt uitgestreden,
Jij brave makker, rust in vreê!!

de Directeur.
van Ten Hagen’s Drukkerij en Uitgevers Mij.




  terug naar boven

© Copyright Archief NDR

Submenu
Bibliotheek:

Archieven

Boeken

Periodieken

Stamboeken

Inhoud D&R

www.delpher.nl

Boekenmarkt

<Anecdotes